Als auteur van een in de volksmond tot antipakjesboek afgekort kookboek moet ik regelmatig uitleggen dat ik helemaal niet altijd en overal anti ben. Bouillonblokjes bijvoorbeeld, hoe kun je daar nou tegen zijn? Die zijn soms een immense uitkomst om even snel een suffe soep of saaie saus mee op te peppen.
Uit een pakje: Maggi Tuinkruidenbouillon
Inhoud: Zout, smaakversterker (E621), gistextract, plantaardige olie, glucosestroop, gedroogde groenten (ui, prei, wortel), kruiden 1% (selderij, bieslook), aroma.
Maar nou heb je natuurlijk wel blokjes en blokjes. Ik heb heerlijke lamsbouillonblokjes uit Engeland en weldadig geurige blokjes met knoflook en peterselie uit Italië. Om over de fameuze bospaddestoelenblokjes van de firma Star nog maar te zwijgen. Maar ook in Nederlandse natuur- en delicatessenwinkels is van allerlei interessants te koop op blokjesgebied.
Maar goed, hoog tijd om eens aandacht te besteden aan zelfgetrokken bouillon, want makkelijk zat. We doen eerst een vegetarische, dan volgen tezijnertijd de carnivore varianten.
Speciaal voor u heb ik zelfs uitgeprobeerd of de factor tijd nou veel uitmaakt. Twee identieke pannen met hieronder genoemde ingrediënten gingen op het vuur
De ene fluks een half uurtje kokend (rechts), de ander twee uur heel, heel zachtjes trekkend (links).
En dan heb je dus twee pannen met bouillon.
Er ging anderhalve liter water in. Van de langzame bouillon is 1350 ml over, van de snelle 1300.
De kleur maakt ook al niet echt uit, de geur evenmin
En de smaak? Het resultaat is subtiel. De langzame versie heeft een diepere smaak, daarin kun je duidelijk de wortel en de selderij thuisbrengen. Maar ook de snelle is een prima basis voor soep, saus of risotto. Wat ze allebei gemeen hebben: het zijn erg subtiele bouillonnetjes voor wie de smaakversterkers uit de soepindustrie gewend is. Het enige wat helpt is zout toevoegen. Niet voor niets het voornaamste ingrediënt in alle blokjes…
Ik ben er alleen nog niet achter waarom groentebouillontabletten tegenwoordig kruidenbouillontabletten heten.
Zelf maken?
Nodig voor circa 1300 ml:
1/2 winterpeen
1 ui (mag geschild, hoeft niet)
1 prei (ook het groen)
2 stengels bleekselderij (inclusief blad)
1/2 bosje platte peterselie
3-4 takjes tijm
1/2 eetl zwarte peperkorrels
zout
De snelle versie: Snij de gewassen groente in stukken en doe in een pan. Voeg de kruiden toe, ook eventueel selderijblad, plus de peperkorrels. Giet er anderhalve liter koud water bij. Laat met deksel op de pan aan de kook komen, zet dan het vuur laag en laat een half uur pruttelen. Leg een schone theedoek in een vergiet en giet de bouillon af boven een schone pan. Breng op smaak met zout, zeker een dessertlepel. Bederfelijk, dus laat snel afkoelen, bijvoorbeeld in een gootsteen met koud water.
Tips:
- De langzame versie: breng op laag vuur aan de kook (dat duurt minstens een half uur), zet de pan dan op het allerkleinste sudderpitje dat je fornuis rijk is en laat de bouillon twee uur trekken. Bij kookgeborrel moet er een warmhoudplaatje onder.
- Invriezen is het handigst in handzame porties van zeg een halve liter. Idee: zet diepvrieszakken in vierkante bakjes, vul ze, knoop ze dicht en zet alles in de vriezer. Verwijder de volgende dag de bakjes, nu kun je de vierkante bonken efficiënt stapelen.
- Eigenlijk kunnen alle groenten erin die je in huis hebt, ja ook schillen en afsnijdsels. Wel goed wassen. Maar pas op met kolen, die zijn snel overheersend.
- Een nog veel beter idee: spaar voortaan alle groenteschillen op in de vriezer en maak daar deze groentebouillon mee.
P.S. Heb je de smaak te pakken gekregen van het koken zonder pakjes? Tip: mijn antipakjeskookboek Koken met Karin zonder pakjes & zakjes.