Het was een raar jaar. Een raar tuinjaar bedoel ik, het kalenderjaar kabbelt nog wat maanden voort, maar voor moestuinierders is het afbouwen begonnen. Ik schreef laatst al over mijn hardnekkig groenblijvende tomaatjes. Toen ik na vier weken afwezigheid weer terugkeerde in mijn Normandische buitenverblijf, hopend dat de mooie nazomer de boel nog had weten te redden, wachtten mij zieltogende planten met bruine, ontplofte tomaten.
Ja hoor, de gevreesde tomatenziekte. Die ook wel aardappelziekte heet, want ook op dat front was het pet: ik wist welgeteld één krieltje uit de aarde te grabbelen. Ik zei het al: het was een raar tuinjaar. Samengevat: nat, koud en slakken. Nou ja, volgend jaar beter, naar het ijzerenheinige devies van elke moestuinierder.
Walnoten heb ik dit jaar evenmin, ondanks drie joekels van bomen. Twee keer nachtvorst in de lente en hoppa, daar vielen alle beginnende walnootdingetjes uit de boom. De frambozenplanten verspreiden zich weliswaar in rap tempo door de tuin, maar vruchten, ho maar. En de appels, hoor ik oplettende lezers vragen die nog weten dat ik tien appelbomen heb, hoe is het daar dan mee? Ook het appeljaar is raar. Ik was in februari nog speciaal op appelbomensnoeicursus geweest en had vervolgens mijn drie lievelingsbomen volgens instructies gesnoeid. Eentje zat daarna vol met appels, twee juist helemaal niet. Maar drie andere bomen, waar ik niet aan toe was gekomen met snoeien, mede vanwege algehele scharminkeligheid, kregen het kennelijk ineens op hun heupen en hadden prompt meer appels dan ooit tevoren. Die natuur, je snapt er niks van.
Enfin, die appels, daar had ik het dus maar druk mee. Appelsap, appelmoes, appeljam en natuurlijk appeltaart. Iedereen houdt van appeltaart, daar kun je op verjaardagen mee aankomen, maar persoonlijk kan ik even geen appeltaart meer zien. Toevallig was ik laatst jarig, dus ik bedacht een heel andere taart. Een superfeestelijke slagroomtaart. Een echte verjaardagstaart, met rode herfstframbozen, gewoon uit de supermarkt.
RECEPT
Feestelijke frambozentaart
Nodig (8 punten):
4 grote eieren (gesplitst)
125 g poedersuiker + 1 eetl
125 g amandelmeel
25 g bloem
25 g maizena
1 citroen (rasp)
snufje zout
50 g amandelschaafsel
Siroop:
50 ml water
50 g suiker
3 eetl oranjebloesemwater
Vulling:
450-500 g frambozen
500 ml ijskoude slagroom
50 g suiker
Oven voorverwarmen op 180 °C.
Bodem: Beboter en bebloem 2 kleine springvormen (Ø 18 cm). Klop het eiwit stijf met de poedersuiker. Spatel het eigeel erdoor. Zeef bloem en maizena boven een andere kom. Rasp de citroenschil erboven en schep het amandelmeel erdoor Spatel dit mengsel snel door de eieren. Verdeel over de 2 springvormen. Bak 20-25 minuten in de oven, check of een satéprikker er droog uitkomt. Verwijder na 5 minuten de springvormen en laat de 2 cakes ondersteboven (=> dan zijn ze straks mooi glad) helemaal afkoelen. Snij ze voorzichtig met een groot mes doormidden.
Siroop: Kook water en suiker 1 minuut in een steelpan tot alle suiker is opgelost. Laat afkoelen. Giet het oranjebloesemwater erbij. Kwast hiermee de 4 bodemdelen in, daar wordt de taart extra smeuïg en aromatisch van.
Garnering: Bak amandelschaafsel en 1 eetl poedersuiker in een koekenpan al omscheppend goudbruin. Opletten, het gaat soms ineens hard. Laat afkoelen op een bord.
Vulling: Klop de slagroom stijf met de suiker. Hou ¼ apart voor de bovenkant. Hou ook genoeg frambozen apart voor de bovenkant (tip: zet ze alvast netjes in een rondje bovenop de onderkant van de springvorm, dan weet je zeker dat je er genoeg hebt). Hak de rest fijn en meng door de ¾ slagroom.
Stapelen: Stapel de taartdelen met steeds 1/3 roze frambozenroom ertussen. Strijk de ‘kale’ slagroom uit over de buitenkant. Laat even opstijven in de koelkast. Garneer de zijkant met amandelschaafsel door steeds een handje vol amandelen tegen de zijkant te duwen. Alles wat op het aanrecht valt gewoon weer opvegen en opnieuw ertegen duwen. Parkeer de achtergehouden frambozen in een mooie cirkel op de bovenkant. Laat tot gebruik weer even opstijven in de koelkast.
TIPS:
* Dé taarttip: maak geen platte wijde taart, maar juist een kleine hoge, dat oogt al meteen feestelijk. En gebruik twee precies dezelfde bakvormen, dat stapelt het mooiste.
* Vooraf bakken kan prima, bewaar de taartdelen dan in plasticfolie. Kwast ze pas bij het opbouwen in met de siroop.
* Als je amandelschaafsel bakt met een beetje poedersuiker, worden ze extra knapperig. Maar ze bakken daardoor ook sneller, dus blijf er vooral bij en blijf omscheppen.
* Rozenwater in plaats van oranjebloesemwater is ook lekker.
Dit recept verscheen eerder in Trouw (©: Koken met Karin).
Bewaar dit recept als pin op Pinterest:
WERELDGERECHTEN
Nu al VIJFDE druk, mijn laatste kookboek Wereldgerechten zónder pakjes & zakjes. Te koop bij Libris, Bruna of bol.com, of bestel hier een door mij persoonlijk gesigneerd exemplaar.