Ga nooit op wijnpersreis. Je kunt veel beter dit boek over wijn lezen, Wijn van Kleyn. Daar steek je een hoop van op maar vooral: het is sappig leesvoer, al dan niet met een glas erbij.
Als culinair journalist ben ik door de jaren heen menigmaal met een clubje collega’s op culinaire persreis geweest, maar een wijnpersreis, da’s toch echt andere koek. Daar draait het niet om eten, maar om wijn. Nou ja, er wordt wel gegeten natuurlijk, maar dat is meer een noodzakelijk kwaad tussendoor. Het gaat om wijn, véél wijn. Mijn eerste wijnpersreis was in 2011, in de Beaujolais, samen met een club doorgewinterde wijnschrijvers. Machtig interessant om precies te leren hoe het proces van wijnmaken in z’n werk gaat, ik schreef mijn aantekenboekje helemaal vol. Maar wat ik me niet had gerealiseerd, is dat je per dag langs twaalf verschillende wijnboeren gaat, en dat je overal tig glazen wijn moet proeven. En dat begint dus al om 9 uur ’s ochtends.
Elke keer weer sta je dan in een donkere kelder, omringd door rustieke wijnvaten waarbij de hoopvol afwachtend kijkende trotse wijnboer speciaal zijn zeventien lievelingsflessen opentrekt. Natuurlijk, wijn proeven is geen wijn drinken, het gaat om gorgelen en uitspugen, maar dat nam niet weg dat het me al snel bleek rond de neus werd. Ik was duidelijk het groentje tussen de hardcore professionals, die fluitend van château naar domaine togen terwijl ik misselijk achterin het busje lag. Gelukkig was Onno Kleyn ook van de partij, die heeft me er doorheen gesleept. Want op reis met Onno, dat is dikke pret hoor. Kijk hier zie je ons tijdens de lunch. Weliswaar nog met lege glazen, maar dat zou uiteraard niet lang duren.
Sindsdien lees ik liever over wijn dan dat ik nog op wijnreis ga. En wie schrijft er sappiger over wijn dan Onno Kleyn? Zijn nieuwste boek, Wijn van Kleyn is weer een pareltje. Onno is van het naadje van de kous, en hij kan je haarfijn en toch begrijpelijk uitleggen hoe het hele proces van wijn maken precies in z’n werk gaat. Een grondige cursus in boekformaat. Handig toch? Hoeft er niemand op reis.
En zowaar, onze wijnreis uit 2011 staat ook in het boek (blz. 249), waarbij hij uitlegt hoe “het hupsakeegehalte van de beaujolais verdwenen is”. Al lezend kwamen de herinneringen weer helemaal terug. Alhoewel? “Stap voor stap dieper, rijker wordend, met een steeds duidelijker bijdrage van de rijping in eikenhouten vaten.” schrijft hij over een wijn die ik zelf toch ook geproefd moet hebben. “Wat rook ik erin? Ach, wat niet zeg. Complete bloementuinen kwamen voorbij, stalletjes vol tropisch fruit. Heus, één slok en je geloofde weer in de wereld, in de goedheid der mensen.” Best jammer dat ik me van die wijn helemaal niks meer kan herinneren. Die “superieure kikkerbilletjes” uit het boek staan me daarentegen wél nog heel helder voor de geest.
Maar het allerleukst zijn toch wel Onno’s smeuïge persoonlijke verhalen en anecdotes. Over zijn hilarische allereerste wijnproeverij, samen met zijn vader, over louche barretjes in Baskenland en obscure auberges met een dood hert aan de voordeur, een idioot plan om een fles champagne terug te brengen naar Reims, hongerige Italianen in galakleding die bij het zien van een buffet veranderen in een zwerm sprinkhanen of de eerste kampeervakantie met zijn nieuwe liefde – intussen eega – Juliette (“Dure wijn was malligheid die geen plek had in ons leven”). En zowaar, af en toe is er ook een recept. Trek tijdens het lezen gerust een lekkere fles open. Gewoon eentje hoor, geen zeventien verschillende.
Onno Kleyn, Wijn van Kleyn – verhalen voor de wijnliefhebber, uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, € 29,99