Heeft u de groenterondo’s van de vorige aflevering al gemaakt? Of houdt u het liever bij echte rondo’s? Zelf kreeg ik namelijk onbedaarlijke lust om me eens op deze klassieke zoete lekkernij te storten. Een typisch Amsterdams bakwerkje, dacht ik altijd, maar niet volgens banketbakker-in-ruste Cees Holtkamp, die me ook wist te vertellen dat ze in Utrecht ‘gevulde heertjes’ heten: bros deeg gevuld met smeuïge amandelspijs. In feite een gevulde koek, alleen niet groot en plat – en met een gezellig schulprandje – maar klein en hoog, als een dikke ijshockeypuck. Net als de gevulde koek voorzien van een vrolijk glimlaagje plus een halve amandel. Vaklui bakken ze in metalen bakringen, maar die heeft u vast niet in huis, en in een muffinvorm kan het net zo goed. Bijkomend voordeel: dan hebt u er meteen twaalf, dat deelt lekker uit. O ja, nog een weetje, rondo’s bestaan ook in langwerpige vorm, dan heten ze kano’s. Da’s logisch.
De vulling van amandelspijs wordt gemaakt van, uiteraard, amandelen. Althans, zo hoort het, maar net als bij gevulde koeken wordt daar volop mee gesjoemeld. Niet bij een respectabele banketbakker uiteraard, maar wel in supermarkten. Zo kwam ik rondo’s tegen die ‘vulkoeken’ gedoopt waren, gevuld met, je klomp zou ervan breken, ‘banketbakkersspijs’: suiker, sojabonen, glucose-fructosestroop, dextrose, verdikkingsmiddelen en amandelaroma.
Ik deed het niet met amandelen en zeker niet met bonen, maar met pistachenootjes. En omdat die zo goed combineren met frambozen, mochten die er ook in. Kleine waarschuwing vooraf: het deeg is vrij zacht en wordt tijdens het uitsteken al snel nog zachter. Snel werken dus, en vooral het deeg terug de koelkast in. Denk niet te snel dat de hele boel mislukt is, zoals ik aanvankelijk deed, want zie het wonder: in de oven rijzen het onderdeeg en het bovendeeg helemaal vanzelf prachtig aan elkaar tot een mooi dicht torentje. En in een trommel zijn ze ook na een paar dagen nog lekker bros van buiten en smeuïg van binnen. Verslavend lekker, ik waarschuw maar vast.
RECEPT Pistacherondo’s met frambozen
Nodig voor 12 stuks:
300 g bloem
250 g boter (kamertemperatuur)
150 g witte basterdsuiker
75 g kristalsuiker
75 g pistachenotjes + 12 extra
12 (diepvries) frambozen
2 theel bakpoeder
1 groot losgeklopt ei
1 citroen (alleen rasp)
snufje zout
extra boter/bloem voor de vorm
Oven tijdig voorverwarmen op 180 °C.
Deeg: Mix bloem, boter, basterdsuiker, bakpoeder, zout, rasp van ½ citroen en 1/3 van het losgeklopte ei kort met de mixer met deeghaken, kneed er dan snel een bal van en laat 2 uur in folie rusten in de koelkast.
Spijs: Mix pistaches, kristalsuiker, rasp van de andere ½ citroen en de rest van het losgeklopte ei (min 1 eetl) in de keukenmachine tot een soepel geheel. Laat in de koelkast opstijven.
Maken: Kwast 12 holtes van een muffinvorm in met boter en bepoeder met bloem. Verdeel het deeg in 2 porties. Rol het ene tussen 2 vellen bakpapier uit tot een 5 mm dikke lap. Steek 12 rondjes uit van Ø 7 cm. Duw in de holtes. Schep met 2 dessertlepels wat spijs in elk midden. Duw er een framboos in. Rol de 2e portie van het deeg ook uit, steek weer 12 rondjes uit. Dek de spijs ermee af. Meng de achtergehouden eetl ei met een drup water en kwast hier het deeg mee in. Duw overal een pistachenootje in. Bak in 20-25 minuten gaar en goudbruin. Laat 15 minuten afkoelen, haal dan uit de vorm.
TIP:
Deeg uitrollen tussen 2 vellen bakpapier scheelt een hoop geklieder en voorkomt ook dat u te veel bloem blijft toevoegen aan het deeg, daar wordt het minder bros van.
Dit recept verscheen eerder in Trouw (©: Koken met Karin).
Bewaar dit recept als pin op Pinterest:
KOOKBOEKENTIP
Heb je al een boek? Wist je al dat ik behalve deze website ook een hele trits aan kookboeken heb geschreven, vol nieuwe recepten die allemaal níet online staan? Te koop in alle boekwinkels, bij bol.com maar ook persoonlijk gesigneerd via mijn eigen webshop.