Een buitenkansje, er draaien nu twee films in de bioscoop die gaan over de zoektocht naar truffels, al konden ze niet meer van elkaar verschillen: Pig en The Truffle Hunters.
In Pig treffen we een onherkenbare Nicholas Cage als kluizenaar in een donker bos. Ooit was hij een gevierd chefkok, maar om redenen die langzaam duidelijk worden trok hij zich 15 jaar geleden terug uit de bewoonde wereld. Al heeft hij het in zijn boshutje best gezellig samen met een schattig klein varken. Zie ze samen zitten in de gouden herfstzon, elk met z’n eigen pannetje. Niet zomaar een varken trouwens, maar een truffelvarken, en kennelijk een nogal succesvolle. Elke donderdag komt er een irritant lawaaiierig handelaartje in een knalgele sportauto de verse voorraad ophalen, om vervolgens te verkopen in de luxe restaurants van Portland. Tot het varken wordt gestolen en de eenzame kluizenaar noodgedwongen naar de bewoonde wereld trekt om zijn geliefde metgezellin terug te vinden. Een film waarin het feitelijk totaal niet draait om truffels, wel om verlies, om onverwachte kameraadschap, om de valkuilen van succes en om de dingen waar het écht om gaat in het leven. Een aangenaam trage film met wellicht als enige nadeel dat je met de trailer feitelijk de hele film hebt gezien. En het varken had trouwens een understudy, zag ik bij de aftiteling.
The Truffle Hunters is geen speelfilm, maar een documentaire, met nog veel meer morsige oude mannen die allemaal op jacht gaan naar truffels. Niet met varkens, maar met honden. Dat levert fantastische beelden op. Van truffels, zeker, van fraaie herfstlandschappen en besneeuwde bergen in Piemonte. Maar vooral van de liefde tussen man en hond, wat leidt tot tal van ontroerende scènes, van hond in bad met föhn tot hond met verjaardagstaart. De honden zijn namelijk de échte truffeljagers in dit verhaal en voor hun baasjes is de gezamenlijke zoektocht naar truffels zichtbaar hun lust en hun leven. Liefst bij nacht en ontij, ondanks mopperende echtgenotes, want de concurrentie is groot. De film besteedt ook uitgebreid aandacht aan de onderlinge jaloezie, de territoriumdrift, het wantrouwen, de geldzucht tot zelfs het vergiftigen van elkaars honden aan toe. Het is een wondere wereld, met het contrast tussen eenvoudige jagers die in afbladderende huizen met hun hond zitten te kleumen bij een kacheltje en de grandeur van exclusieve restaurants en truffelveilingen. Tussenpersoon tussen beide werelden is een handelaar, hier niet met gele sportauto, maar wel met een vlotte babbel (“4500 euro, speciaal voor jou, je weet dat ik je mats”), in de regen ergens in een steegje. En die in een restaurantscène met zijn spaghetti slurpende dochter bekent dat hij zelf nooit truffel eet, want daar heeft hij geen tijd voor. Treurig. Nee, dan liever Carlo van 88 die ’s nachts stiekem uit het slaapkamerraam klimt om met zijn kwispelstaartend klaarstaande hond toch weer op zoek te gaan naar die verslavend welriekende delicatesse.
Gaat dat zien, een heerlijke film. En heel knap hoe de makers deze gesloten wereld zo van binnen hebben mogen observeren.