“Pannenkoek!” riep de fietser getergd tegen de voetganger die vlak voor z’n neus overstak, waardoor hij flink in de remmen moest. Ik schoot in de lach. Kijk, daar word ik nou vrolijk van. Al die akelige scheldwoorden met nare ziektes erin, of onze lieve heer die er ook allemaal niks aan kan doen. Het is toch veel leuker om met eettermen te gooien? Lucht het niet ontzettend lekker op om hartgrondig ‘Bal gehakt!’ te kunnen roepen, of ‘Zak patat!’?
Lelijke soepkip
Bij ons thuis komt ook de ‘Lelijke soepkip’ nog wel eens langs. Als ik me goed herinner de vaste verwensing van de heks Eucalypta uit Paulus de Boskabouter. Ik kan het niet meer opzoeken, het gesigneerde album dat ik ooit bezat heb ik met een PdB-verzamelaar geruild voor een antiek broodrooster. Maar dit terzijde. Een rare snijboon natuurlijk, want wie ruilt er nou een prachtig broodrooster voor een kinderboek? Rare druif.
Cornichon!
Overigens heeft het Engels op het gebied van malle etenswaren dan weer de ‘silly sausage’, gekke worst. Alleen ben je dan niet zozeer raar, maar vooral niet zo snugger. Vergelijkbaar met iemand in het Frans een ‘andouille’ noemen. Of is dat meer zoiets als een hansworst? En ik kreeg intussen mail van een lezeres dat ze in Frankrijk iemand ‘Cornichon!’, had horen noemen. Die houden we er ook in.
Ouwe taart
Oh jongens, wat kan taal toch een heerlijk fenomeen zijn. Over mannen gesproken, we hebben natuurlijk ook nog de koekenbakker, slappe hap of stuk vreten. En niet te vergeten het lulletje rozenwater en het zachtgekookte ei. Doe mij dan liever een blij ei. Geen kaaskop of melkmuil en al helemaal geen heilig boontje maar graag een gezellige toffe peer. Dat klinkt allemaal een stuk appetijtelijker dan de gangbare eetbare benamingen voor vrouwen. Denk aan bakvis, afgelikte boterham, viswijf of zuurpruim. Eindigend bij een ouwe taart of, hooguit een snufje vriendelijker, een oud besje.
Soep zonder lelijke soepkip
Genoeg apekool, tijd voor een recept, dit is ten slotte een kookrubriek. Ik had zin in een licht soepje met wat restjes uit de groentela, en toen werd het een soort Thaise tom kha kai, alleen dan zonder lelijke soepkip (kai). Maar wel met noedels, om er meteen een lichte, zomerse maaltijdsoep van te maken.
RECEPT Zomerse tom kha met noedels
Nodig voor 4 personen:
200 g noedels
2 liter groentebouillon
3 grote uien
1 courgette
200 g bloemkool
1 bosje radijs
200 g doperwten (diepvries)
5 cm verse gember
2 eetl groene currypasta
125 g santen (van zo’n blok)
1 limoen
Japanse sojasaus
plantaardige olie
optie: stengel citroengras (sereh)
Haal de doperwten vast uit de vriezer. Snij de uien in halve ringen. Verhit een scheut olie in een braadpan en laat de ui heel zachtjes minstens een kwartier fruiten tot zacht en lichtbruin. Verdeel intussen de bloemkool in kleine roosjes, snij de stronk in stukje. De courgette mag in blokjes, de radijs in plakjes, de gember in dunne reepjes. Doe gember en currypasta bij de uien en bak even mee. Voeg de (liefst hete) groentebouillon toe en de santen. Breng aan de kook. Voeg alle gesneden groente toe, en als u heeft de gekneusde sereh. Laat 10 minuten sudderen onder een deksel tot de groente beetgaar is. Kook intussen in een andere pan de noedels gaar, spoel af onder koud water en laat uitlekken. Verdeel over 4 grote kommen. Giet de hete soep erop. Breng op smaak met een ferme kneep limoensap en een scheut sojasaus.
TIP:
Geen santen? 2 blikken kokosmelk, aangevuld met een scheut water kan ook. Lente-uitjes eroverheen zijn ook lekker.
Dit recept verscheen eerder in Trouw (©: Koken met Karin).
Bewaar dit recept als pin op Pinterest:
Trek gekregen?
Lekker koken, daar knapt een mens van op. En iedereen kan het! Naast ruim duizend recepten op mijn website, heb ik ook een hele serie kookboeken vol recepten die níet online staan. Koop bij je lokale boekhandel of of bestel hier een gesigneerd exemplaar, met een persoonlijke boodschap naar eigen keuze.