(4 personen)
Bereiden: 20 minuten
In de pan: 2,5 -3 uur
Wie maakt er in deze moderne tijden (drukdrukdruk) nou nog draadjesvlees? Het moet weliswaar heel lang sudderen, maar verder is het een fluitje van een cent. Deze versie is ouderwetse Hollands glorie, maar dan met een Italiaans tintje. Echt een fijn weekendrecept waar je hele huis nostalgisch lekker van gaat ruiken. Bij gebrek aan riblappen kun je ook sucadelappen, nemen, al vallen die minder uit elkaar. Heerlijk met zelfgemaakte tomatenchutney .
Nodig:
600-750 g riblappen
6 verse rijpe tomaten of 1 blik tomatenblokjes (400 g)
1 ui
paar takjes verse tijm
6 blaadjes salie
2 laurierbladen
½ eetl pittig paprikapoeder
1 eetl balsamico-azijn
scheutje plantaardige olie
peper en zout
evt: 1 el bloem
- Snij het vlees in stukken (of laat de slager dat doen). Wrijf in met zout, peper en paprikapoeder.
- Bepoeder het vlees evt. met wat bloem, dan heb je straks een meer gebonden saus.
- Snipper de ui.
- Verhit een flinke scheut olie in een braadpan, en bak het vlees al omscheppend in een paar minuten bruin op hoog vuur (eventueel in twee porties). Haal het vlees uit de pan.
- Fruit in dezelfde pan de ui glazig in een paar minuten.
- Snij de verse tomaten in stukjes en doe in de pan (indien uit blik: inclusief sap).
- Doe het vlees terug in de pan plus de tijmblaadjes, de salie, de laurier en de balsamico.
- Voeg eventueel nog een scheutje water toe, het vlees moet nét onderstaan.
- Laat 2,5 à 3 uur zachtjes sudderen op het allerkleinste pitje, evt. met zo’n zwart warmhoudplaatje eronder.
Serveren:
Lekker met kruimige gekookte aardappels of aardappelpuree en een flinke schep tomatenchutney .
Dit is de korte versie van het recept. Zie de printversie (pdf) voor uitgebreide toelichting en extra tips!