Vijf jaar dood is hij alweer, de naar eigen zeggen beste culinair journalist van Nederland, de schrik en vrees van chefs en keukenbrigades. Zojuist verscheen de biografie van Johannes van Dam, geschreven door Jeroen Thijssen. Een verrassende keuze, als je de inleiding leest over hoe hij als jonge schrijver ronduit hilarisch geschoffeerd werd door Van Dam. “Daarna meed ik hem. Ik was niet de enige. Naarmate ik langer in het circuit van culinair publicisten rondhing, kreeg ik steeds meer verhalen te horen. Over zijn drammerigheid. Over zijn botheid. Over zijn tentoongespreide alwetendheid, want hij wist altijd alles, dat moesten de sprekers dan wel toegeven – waarschijnlijk maakte dat het extra erg.”
Cliffhanger
Waarom dan toch een biografie schrijven? “Twee redenen,” vertelt hij aan de telefoon. “Verbazing, want waarom werd hij nooit tegengesproken als hij riep dat hij de beste was, maar ook fascinatie. Hij was een hork, maar je voelde dat er allerlei leed onder zat, bijna als een romanpersonage.” En dan blijkt het een voordeel dat Thijssen niet alleen culinair journalist is maar ook romancier. Het boek leest als een trein en elk hoofdstuk eindigt met een heuse cliffhanger.
Oorlogsverklaring
De tragiek begint meteen in het eerste hoofdstuk, niet met de geboorte van Johannes, maar met het tragische auto-ongeluk waarbij hij op 17-jarige leeftijd zijn vader verliest en hij zijn zusje redt van de dood. Althans dat beweerde hij de rest van zijn leven. Maar is het wel zo gegaan? Kranten en ooggetuigen vertellen iets anders. Die dubbelzinnigheid blijkt een rode draad. Als zijn column in Het Parool wordt stopgezet wegens gebrek aan kwaliteit is hij de enige die het niet had zien aankomen. Het vervolg, zijn restaurantrubriek “Proefwerk’, wordt wél een groot succes (volgens Thijssen “een vriendelijke oorlogsverklaring aan de horeca”), net als zijn bestseller DeDikkevanDam.
Aardappelpuree
’s Mans grillen en nukken komen uitgebreid aan bod, maar vrienden verklaren dat hij ook heel warm en hartelijk kan zijn en roemen zijn gevoel voor humor. Ook Thijssen heeft tijdens het schrijven naar eigen zeggen meer mededogen gekregen. Dat proef je wanneer hij Van Dams treurige liefdesleven beschrijft of de terugkerende depressies, die hij probeerde te bestrijden met aardappelpuree en het knuffelen van zijn katten. “Geen van beide helpt werkelijk, maar hij moet iets.”
Omgevallen boekenkast
En, was hij nu de grootste culinair journalist? “Nee,” zegt Thijssen. “Hij was een omgevallen boekenkast. Hij wist verschrikkelijk veel maar was te weinig zelfkritisch. Nabellen en checken, zoals een journalist betaamt, daar deed hij niet aan. Hij vertrouwde geheel op zijn eigen oordeel .” Fouten? Die maakte hij in principe niet. Thijssen: “In het voorwoord van DeDikke zegt hij de verantwoordelijkheid te nemen ‘ook voor de fouten die er vast nog wel in zitten en waar ik u graag over hoor’, maar dat is meer voor de vorm. Hij wil er helemaal niet graag over horen.” Thijssen heeft het allemaal voor ons nageplozen en trakteert bovendien op een soms lekker vilein toontje. Als Van Dam in een interview zegt dat hij ondanks zijn suikerziekte heus nog steeds net zo goed proeft als ieder ander voegt Thijssen daar fijntjes aan toe: “Dat moet een vergissing zijn. Johannes proeft natuurlijk béter dan ieder ander.”
Jeroen Thijssen, Johannes van Dam – de biografie, ISBN 9789046824504, uitgeverij Nieuw Amsterdam, € 24,99
Dit artikel verscheen eerder in Trouw. ©: Koken met Karin.