De globalisering heeft ontegenzeggelijk zo z’n voordelen. Maar nadelen zijn er ook. Zoals dat alles overal ter wereld op elkaar gaat lijken. Neem horecagelegenheden. Ik hou erg van couleur locale, maar de vooruitgang dicteert dat je waar je ook komt, je steeds vaker struikelt over universele saladebars en koffietentjes-met-baardbarista’s. Overal bakstenen, ironische kamerplanten, een fiets aan de muur, muffins, brownies, smoothies, granola en eggs Benedict. Wat is er mis met klassiek en uniek? De evergreenplekken sinds mensenheugenis waar je beslist geweest moet zijn? Daarom hier mijn klassieke tips voor culinaire adresjes in het Zwitserse Zürich. Helaas sloeg de griep halverwege toe, dus verder dan drie ben ik niet gekomen. Maar dan heb je vast een beginnetje.
Sprüngli
Zeg je Zwitserland, dan zeg je chocola. Maar vergeet die eeuwige Toblerone en Milka en ga voor het echte werk. Sprüngli (sinds 1836) is een fabeltastische chocoladewinkel, waar je domweg gelukkig van wordt. En ja, alles is er peperduur ja, maar dat is sowieso alles in Zwitserland, het is niet anders. Ga dan gewoon voor een beschaafd klein doosje, bijvoorbeeld de truffels, die ze zelf maar vast ‘Liliput’ genoemd hebben, want ze zijn inderdaad petieterig: kleine ronde balletjes, gevuld met zaligzachte vulling. Om langzaam te savoureren. Boven de winkel in de Bahnhofstrasse 21 zit ook een ouderwetse Konditorei. En natuurlijk drink je daar dan hun fameuze chocolademelk. Taartjes zijn er ook, veel met chocola, maar in combinatie met die heerlijk heavy chocolat chaud zou je dat waarschijnlijk niet kunnen navertellen, dus gelukkig zijn er ook altijd nog frambozentaartjes.Handig: op het vliegveld van Zürich zitten ook een paar filialen, waar je zowel kunt shoppen als chocolademelk kunt drinken.
Volkshaus
Ook fijn klassiek is het Volkshaus (sinds 1910), aan de Stauffacherstrasse 60, iets buiten het centrum, maar slechts een korte wandeling vanaf het station. Zowel een bar als restaurant, afgescheiden van elkaar met grote kamerschermen. Hier vind je de hele dag door reuring en volk van alle gezindten over de vloer. Open vanaf ontbijt tot ver na middernacht. Eerst wat drinken en kletsen in de bar, daarna stevige kost met veel gehaktballen en worst. Bruin is de favoriete kleur hier (en de beste kleur voor eten, vraag maar aan Nigella), maar ze hebben ook allerlei salades. Alle ingrediënten zijn zoveel mogelijk van Zwitserse makelij. En veel toetjes met chocola.
Conti
Als je toch in Zürich bent, ga dan ook eens naar de opera. Een gebouw als een snoeperig bonbondoosje, met puike programmering. De kaartjes zijn stief aan de prijs, maar mijn tip is om een pilarenkaartje te kopen voor slechts 35 Zwitserse frank. Dan zit je (gedeeltelijk) achter een pilaar, maar daar kun je makkelijk omheen kijken. (Let op: da’s niet hetzelfde als een ‘Hörplatz’, die zijn nog goedkoper, maar dan zie je echt niks). Gewoon online te boeken vanuit Nederland. Kijk, dán is die globalisering ineens wél handig natuurlijk.
En dan na afloop eten bij Italiaans restaurant Conti, pal achter de opera, in de Dufourstrasse 1. Een Italiaan om te zoenen. Met formele obers, sierlijke pilaren, gestucte plafonds, blote standbeelden, fonkelende kroonluchters en niet te vergeten alle klassiekers uit de Italiaanse keuken.
P.S. Jaja, ik krijg al ingezonden brieven… Je moet natuurlijk óók naar Hiltl (het oudste vegetarische restaurant ter wereld, uit 1898) met een fabuleus buffet (je betaalt naar gewicht) en wonderbaarlijk hipperdepip. Maar omdat het dit keer niet van een bezoek is gekomen, en ik dus ook geen recente eigen foto’s ervan heb, staat ‘ie niet in bovenstaand lijstje. Overigens hebben ze nu ook een tweede zaak gestart, een soort Hiltl-in-het-klein, en die heet Tibits. En zit naast Conti.