Ja hoor, je kon erop wachten. Boze mail dat ik ergens kant-en-klare speculaaskruiden in had gebruikt. Want ‘ik was toch van het alles zelf doen’? Kan ik meteen een ander heikel punt aanstippen waar ik dezer dagen veel vragen over krijg: wat is eigenlijk het verschil tussen koekkruiden en speculaaskruiden?
Dat is zo eenvoudig nog niet. De exacte mix verschilt namelijk per producent, maar in z’n algemeenheid meen ik te hebben moeten concluderen dat koekkruiden meestal bestaat uit een mengsel van kaneel, koriander, kardemom, gember, peper en nootmuskaat. Speculaaskruiden zijn koekkruiden maar dan met als extraatje gemalen kruidnagels.
Althans, dat dacht ik altijd. Maar er bestaan ook busjes met ‘koek- en speculaaskruiden’, om maar gewoon van het hele gezeik af te zijn. En daar kan ik me wat bij voorstellen.
Maar nu het zelf maken. De ideale mix bepaal je zelf, maar mij bevalt deze goed, vooral omdat ik dol ben op kardemom, en dat kun je duidelijk proeven. Al moet ik er wel bij zeggen dat de kwaliteit van de gebruikte specerijen een hoop verschil maakt: gemberpoeder dat al vierenhalf jaar achterin het keukenkastje staat te verstoffen, daar moet je niet al te veel heil meer van verwachten. Verder is het zaak zoveel mogelijk zelf te stampen en te vijzelen, dat geeft meer smaak dan alleen maar poedertjes door elkaar roeren.
Nodig voor ± 2 eetlepels:
2 volle theel kaneel
8 kardemompeulen
2 kruidnagels
1 kleine theel korianderzaad
1 kleine theel versgemalen witte peper
1 kleine theel versgeraspte nootmuskaat
1 kleine theel gemberpoeder
½ kleine theel anijszaad
Breek de kardemompeulen open en laat de bruinzwarte zaadjes in de vijzel vallen. Doe kruidnagels, korianderzaad en anijszaad erbij en stamp fijn. Roer de rest van de specerijen erdoor. Als het goed is, zijn het nu 2 flinke eetlepels.
En of je dit nu koekkruiden of speculaaskruiden noemt, mag je helemaal zelf weten.
Morgen een speculaasrecept!