Met droef gemoed aperitieven wij ons thuis door de vakantieheimwee heen. Neem nou Italië, daar weten ze van wanten. In de eerste de beste bar is het raak. Let maar op: tegen twaalven mixt het koffiepubliek zich geleidelijk met de we-doen-even-een-drankje-voordat-we-gaan-lunchen-klanten en dan zie je het verschil. Iedereen met een alcoholische versnapering valt acuut in een andere categorie, die krijgt er van de barman namelijk iets te knabbelen bij.
Want een drankje met zonder niks, dat vinden Italianen armoedig. Koffie zonder koekje, geen punt, maar bij een aperitiefje hoort iets eetbaars. Dat kan variëren van een handje chips tot een compleet tafelvullend assortiment aan elegante snaaiwaren. De topscore is wat mij betreft in handen van café Zanarini in Bologna: ik telde er per persoon elf beeldschone aperitiefhapjes – stuzzichini zeggen ze hier – en dan reken ik de schaaltjes met chips, pinda’s en olijven niet eens mee, want ja, die waren er ook nog. En dan te bedenken dat je daarna nog moet gaan eten en dat het hele ritueel zich eind van de middag vrolijk herhaalt. Dolce vita in optima forma.
In Frankrijk wordt ook sinds jaar en dag hevig ge-aperitiefd op terrasjes, al is het wedstrijderige hapjesgebeuren er een stuk minder ontwikkeld. Dan doen we het maar zelf. Vaste prik in de hypermarché: de doosjes minizza, kleine ronde crackertjes met inderdaad een duidelijke pizzasmaak.
Uit een pakje: Belin Minizza
Tarwebloem, plantaardige olie (palm, koolzaad, kokos), weipoeder, suiker, emmental 3,4%, zout, bakpoeder (ammoniumcarbonaat, natriumcarbonaat), glucose-fructosestroop, Provençaalse kruiden 1%, tomatenpoeder 0,9% (equivalent in tomaten 18,2%), aroma’s, droge gist, aardappelzetmeel, uienpoeder 0,3% (equivalent in uien 1,2%), gedroogde peterselie, emulgator (sojalecithine), specerijen, smaakversterker (mononatriumglutamaat), kleurstof (E120).
Weinig meer dan tomatenpoeder en smaakversterker, maar ach, wat een verslavende dooreetfactor. Dat vroeg om een doe-het-zelfpoging, al kwam ik uiteindelijk op iets heel anders uit: geen ultradunne crackertjes maar meer een soort hartige kaaskoekjes-met-tomaat. Ook lekker en een puike remedie tegen de après-vakantieblues.
Zelf maken?
Nodig voor ± 25-30 stuks
± 6 kleine tomaten (genre: tasty tom)
100 g bloem
80 g koude boter
60 g fijngeraspte parmezaan
1½ eetl gedroogde oregano
1 eetl tomatenpuree
snuf cayennepeper
zout & peper uit de molen
Oven voorverwarmen op 180 °C. Hou 2 eetl parmezaan en ½ eetl oregano apart. Meng de rest samen met de tomatenpuree, cayennepeper en een ferme snuf zout en peper door de bloem in een kom. Snij de boter in blokjes en wrijf met de vingers erdoor tot het kruimelt. Veeg bij elkaar en kneed snel tot een dikke worst (Ø 4 cm, of de doorsnee van de tomaten). Laat in folie minstens 1 uur opstijven in de koelkast. Snij in dunne plakjes. Leg op een met bakpapier beklede bakplaat. Snij de tomaten in ultradunne plakjes (er moeten er zeker 5 uit één tomaat gaan, de kleine kontjes eet u gewoon op) en leg op het deeg. Bestrooi met zout, peper en de achtergehouden oregano en parmezaan. Bak in de oven in ± 10 minuten tot lichtgekleurd.
TIP:
Binnen een paar uur eten, daarna worden ze zacht. Of bak ze zonder tomaat, dan zijn ze ook de volgende dag nog knapperig, mits in een trommeltje bewaard.
Dit recept verscheen vorige week in Trouw. Nog meer koken zonder pakjes? Dan zijn er mijn antipakjeskookboeken Koken met Karin Zónder pakjes & zakjes, het vervolg, dat luistert naar de titel Zónder pakjes & zakjes 2, of handig deel 1 + 2 samen in de voordelige dubbeldikke verzamelbundel Het grote zónder pakjes & zakjes boek .