Noem mij ouderwets, maar voor mij hoort een zomervakantie zonnig en warm. Dat mijn plaats van bestemming zich daar niet altijd iets van aantrekt is een hinderlijke onderbreking van het gelukzalige dolce far niente. Na twee dagen bewolkt en regen (bezwerend “morgen wordt het beter” prevelend) werden we wakker in Wuthering Heights. Maar dan in de Franse Morvan. De complete vallei, die op normale dagen 180 graden wijds uitzicht biedt, bleek compleet verdwenen in de mist.
Kijk, zo hoort het uitzicht te wezen:
En zo was het ineens:
Was er niet zo’n enge Amerikaanse film over een supermarkt die ineens omringd wordt door mist? Lugubere, niks goeds in de zin hebbende mist waar niemand levend uit terug keerde? Met gevaar voor eigen leven besluiten we het er toch op te wagen, want in dit soort gevallen is er maar één remedie: ergens heel uitgebreid gaan lunchen. En als dat ergens moet kunnen, dan in Bourgondië, lijkt mij.
De drie dorpstentjes, die met elk een lunchmenu voor 13 euro (denk: poulet-frites) kennelijk een kartelafspraak gemaakt hadden, kwamen niet in aanmerking. Nee, hier was het Serieuzere Werk vereist, een half uurtje verderop. Restaurant Bernard Loiseau in Saulieu is al decennialang een begrip. Luguber genoeg vooral vanwege het feit dat de gelijknamige chefkok annex eigenaar zichzelf dertien jaar geleden met een jachtgeweer door het hoofd schoot uit angst om zijn derde Michelinster te verliezen. Dat gebeurde niet. Althans, toen niet. Zijn weduwe zette de zaak voortvarend voort en inmiddels zijn er naast dit restaurant nog vier andere, waarvan twee in Parijs, plus een wijnbar en een winkel met een wonderlijke collectie Loiseau-kookboeken, Loiseau-mosterd en Loiseau-badjassen. Alleen heeft Michelin dit jaar uiteindelijk toch één ster eraf gehaald.Dat mag de pret niet drukken, voor twee sterren doen we het ook. Het restaurant (tevens hotel) blijkt niet moeilijk te vinden want zit prominent op een straathoek. En zowaar, er is plek voor de lunch.
Intussen is de zon doorgebroken, maar we zitten binnen, met uitzicht op een lommerrijke tuin. De bediening is zoals helaas vaak in dure Franse restaurants in groten getale en aan de stijf-formele kant, waardoor je niet echt heel ontspannen eet. De enige uitzondering die ik ken op de regel is L’Arpège in Parijs, zo zeldzaam superrelaxed maakte ik het nog nooit mee in een sterrenrestaurant (drie stuks).
Om niet meteen het hele vakantiebudget erdoorheen te jassen valt de keuze op het lunchmenu van 70 euro, wat helaas wel betekent dat we iconische gerechten van de meester moeten missen, zoals de kikkerbilletjes in peterseliesaus of het Charolais-rund gegaard in hooi onder een dakje van klei. Dat komt wel voorbij bij de buren, maar dat is dan weer een uitgeblust bejaard echtpaar dat elkaar de hele maaltijd niets maar dan ook niets te vertellen heeft. Altijd wat.
Nee hoor, wij hebben dikke pret. Om te beginnen met een schuimig vogelnest. De rest van de ingrediënten kunnen we niet verstaan want die worden opgesomd door zo’n typisch beleefd-bedeesde oberette met veel te zachte stem. Als ik zeg dat ik het helaas niet heb verstaan, herhaalt ze de complete riedel nóg ietsje zachter. Zo gaat het bij elke gang. Kansloos. We geven het op en smikkelen gewoon van de bordjes. Onder het schuim zit trouwens een perfect gepocheerd ei, plus iets wat lijkt op parelgort.
Daarna sappige visreepjes met een ‘risotto van asperge’ (waar ze die kleine blokjes asperges mee bedoelen, haha) in een luchtig-frivool sausje.
Het hoofdgerecht is een niks-aan-de-hand driedelig stukje biefstuk (gek genoeg van Herefordrund, niet het hier in de Bourgogne alomtegenwoordige Charolais) met een kunstig groentetuintje en een kleine gratin die bij nadere inspectie geen aardappels blijken maar een keurig rijtje penne, bij elkaar gecement door een fijn hartige kaas-tomaatsaus.
Het toetje is even beeldschoon als verrukkelijk: variaties op het thema abrikoos in combinatie met verveine, altijd fijn.
Of nee, wacht, van boven is ‘ie ook fraai, dan komt dat pointillisme mooi uit:
Maar wacht even, ik zou bijna de pré-dessertamuses vergeten, die alleen al zijn de omweg waard:
Koffie en thee mag in de tuin, maar dan wel bij het geluid van een hijskraan, want naast het hotel-restaurant wordt intussen een grote spa gebouwd. De zon is nu definitief voluit doorgebroken, dus we gaan weer verder met de vakantie. Bij de uitgang van het etablissement stuiten we nog op een speciale ruimte gewijd aan wijlen meneer Loiseau. Overal blije portretten, waaronder een grote foto van een lachende chef met een jachtgeweer in de hand…
Relais Bernard Loiseau
Saulieu – Bourgogne – Frankrijk