Het eerste wat ik at na aankomst in Suriname (zie gisteren) was pindasoep. Heerlijk! Alleen die tomtom (balletjes van gekookte bakbananen) zijn niet mijn favoriet, dus ik laat ze achterwege in dit recept. Wel lekker erbij is een kommetje rijst, tevens handig als de soep te pittig blijkt. Ik maakte hem laatst in twee versies: eentje met gewone Calvé en eentje met pikante Surinaamse pindakaas van Faja Lobi (toko). Die laatste levert een mooi gebonden, maar wel heftig pittige soep op. Met Hollandse pindakaas is het daarentegen wat flauw. Ideaal is half-half.
Nodig voor 4 personen:
2 kippenpoten
1 pot pindakaas (à 350 g)
2 smaaktomaten
1 grote aardappel
1 ui
paar takjes bladselderij
2 laurierblaadjes
5 pimentkorrels (of 1 theel pimentpoeder)
1 Madam Jeanette-pepertje
3 eetl plantaardige olie
zout
Garnering: 100 g taugé
Stap 1. Snipper de ui. Fruit glazig in wat olie in een grote pan met dikke bodem.
Stap 2. Snij intussen de tomaten in kleine stukjes en hak alvast het selderijblad fijn.
Stap 3. Voeg de tomaten toe aan de ui en bak heel even mee.
Stap 4. Giet er anderhalve liter koud water bij.
Stap 5. Voeg de kippenpoten toe, plus de gehakte selderij (hou iets apart voor de garnering), piment, laurier en zout.
Stap 6. Breng langzaam tegen de kook en laat 1 uur heel zachtjes trekken, net zo lang tot het vlees makkelijk van de botten valt.
Stap 7. Schil intussen de aardappel en snij in miniblokjes.
Stap 8. Vis de gare kip uit de bouillon, haal het vlees van de botten en verdeel in kleine plukjes. Met de vingers gaat het beste. Laat even afkoelen als het te heet is.
Stap 10. Klop de pindakaas in een kom met een garde goed los met een scheut hete bouillon.
Stap 11. Giet de pindakaas in de pan en voeg ook de plukjes kip en aardappelblokjes toe.
Stap 12. Laat al roerend aan de kook komen, voeg de Madam Jeannette in z’n geheel toe en laat de soep nog een kwartier zachtjes sudderen.
Stap 13. Verwijder de Madam Jeanette, proef op zout.
Serveren:
Schep in borden en garneer met een handje taugé en de achtergehouden selderij. Wordt ook vaak geserveerd met een kommetje rijst erbij, tevens handig als de soep te pittig blijkt.
TIPS:
• Pikante Surinaamse pindakaas (bijvoorbeeld van Faja Lobi, toko) levert mooi gebonden, maar wel heftig pittige soep op. Met Calvé is het daarentegen wat flauw. Ideaal is half-half.
• De lieftallig gele, maar verraderlijk loeischerpe Madam Jeanette nooit opensnijden of fijnhakken maar altijd in z’n geheel mee laten trekken voor het aroma en dan weggooien.
Dit is het 5e recept van mijn culinaire wereldreis in Trouw. Aanstaande zaterdag in de krant weer een verse aflevering. Terug naar aflevering 1 (Frankrijk met coq au vin), aflevering 2 (USA met blueberry pancakes), aflevering 3 (Peru met papas rellenas) en aflevering 4 (Sri Lanka met dal curry). In de volgende aflevering reis ik naar Turkije.