Ter ere van de 150e verjaardag van het Amsterdamse Vondelpark, kreeg Albert Heijn het onzalige idee om er vandaag de grootste picknick van Nederland te houden. Volgens mij hebben we die al elke mooie zaterdag. Of willekeurig welke zonnige dag van de week. En ik kan het weten, want ik woon er om de hoek. Fiets maar eens op een zomerse middag door het park: één grote, walmende mensenmassa. 
Een stuk minder gezellig is een fietsrondje later op de avond, wanneer het eerbiedwaardige oude park veranderd blijkt in één uitgewoonde beestenbende. De prullenbakken zijn al eens wanhopig aangevuld met manshoge containers, maar dacht u dat de picknickende medemens daar een boodschap aan heeft? Welnee, die laat zijn zooi gewoon lekker liggen waar hij net gezeten heeft. Wel zo makkelijk. Zelfs ludieke acties met kleine kaboutertjes (“opruimen is een kleine moeite”) mochten niet baten. Ben ik nou zo’n uitstervende braverik die nog geen kauwgompapiertje op straat gooit? Je zou het bijna gaan denken.
De Albert Heijn tussen mijn huis en het park is hofleverancier van de picknickers. Amsterdammers, dagjesmensen uit de rest van het land en buitenlandse toeristen, allemaal zie je ze met de bekende blauwe plastic tassen in het park zitten. Sterker nog, de winkel is laatst tien dagen dicht geweest om helemaal verbouwd te worden tot ‘nog moderner’. Dat komt neer op een nogal verschraald assortiment, maar wel héél veel extra koelkasten gevuld met kant-en-klare picknickwaar. Allemaal verpakt in plastic. Zeeën van plastic. En net nu uitgerekend deze week de ZeroPlasticWeek plaatsvindt, moeten er zo nodig 3000 man gaan picknicken in het Vondelpark met een gratis AH-picknickpakket. Rare actie. Je zou toch bijna weer gaan verlangen naar de winter.
Ik wou maar zeggen: Laat niet, als dank voor ‘t aangenaam verpoozen, den eigenaar van het bosch, de schillen en de doozen.
En het plastic dus.
