Na het verspenen van 75 radijs-zaailingen was ik door m’n potten en tuinaarde heen, maar nog lang niet door de sprietige groene blaadjes op steeltjes. Eigenlijk is het een soort radijscress, bedacht ik me. Zoals je ook watercress en broccocress en wat al niet meer voor cress hebt tegenwoordig. Fluks een blaadje in de mond gestoken en zowaar, het smaakte onmiskenbaar naar radijs. Toen was meteen een bestemming gevonden voor het boventallig radijsgrut: op een boterhammetje ermee met wat fromage frais, tomaat en versgemalen peper. Lekker!