De afgelopen dagen heb ik verschillende gerechten gekookt uit het reisboek Proef Londen. Zoals de Spaghetti alla vongole van Giorgio Locatelli. Ah! Spaghetti met venusschelpjes! De allerallerlekkerste at ik ooit als lunch in het haventje van Portofino, maar daar zal de couleur-locale-factor wellicht ook een niet onbelangrijke rol gespeeld hebben. Op de tweede plaats staat de variant zoals Italiaanse vrienden die eens voor me kookten in mijn Amsterdamse studentenwoninkje. En laat die nou sprekend lijken op de manier waarop Giorgio Locatelli het doet!
Nodig voor 4 personen:
1 kg venusschelpen
400 g spaghetti
½ glas droge witte wijn
3 knoflooktenen, fijngehakt
1 chilipeper, fijngehakt
handvol peterselie, fijngehakt
5 el extra vergine olie
Fruit de knoflook en peper een paar minuten in een grote koekenpan. Tip: zet de pan een beetje schuin: in een diepere laag olie verbranden ze minder snel. Voeg de venusschelpen toe en bak 30 seconden (noot van mij: neem bij gebrek aan venusschelpjes Hollandse kokkels – iets groter, maar ook lekker). Giet de witte wijn erbij. Leg het deksel op de pan tot de schelpen opengaan. Volgens het recept is dat na 60 tot 90 seconden, maar dat duurde bij mij toch echt wel wat langer. Gooi schelpen die ook na extra tijd nog altijd dicht zitten weg. Laat ongeveer een kwart in de schelp zitten, peuter de rest eruit (noot van mij: vuurvaste vingers zijn handig hierbij). Dat is reuze beleefd naar de eters, maar als je daar geen zin in hebt, laat je iedereen gewoon zelf fröbelen aan tafel.
Kook intussen de pasta een minuut korter dan volgens de verpakking. Doe de uitgelekte pasta bij de schelpen en schep alles 1 minuut goed om tot de smaken goed worden opgenomen. Volgens Locatelli kun je eventueel nog wat spaghetti-kookvocht erbij doen, maar bij mij was de boel al nat zat. Doe de fijngehakte peterselie erbij en serveer direct. En dan wegdromen over Portofino.
Lees hier de recensie van het boek.