Het kofferpakseizoen begint langzaam maar zeker weer aan te breken. Eerst nog even dat EK wegwerken, maar daarna begint de grote trek naar den vreemde. Handig voor in de koffer: de nieuwe culinaire reiswoordenboekjes Frans, Italiaans en Spaans van het Spectrum. Trouwens ook plezant leesvoer tijdens lange treinritten, wachttijden bij veerboten of gewoon in een hangmat op de camping.
Kamperen blijft ons nationale favoriete vrijetijdsbedrijf, en dus zijn de meeste zomervakanties op sleurhutberijdbare afstand. Maar dan liefst wel met zongarantie. Geen wonder dat Frankrijk, Italië en Spanje al jarenlang favoriete vakantielanden zijn. Eigenhandig Hollands eten meeslepen in de kofferbak komt gek genoeg nog steeds voor, maar waarom zou je in hemelsnaam?Juist in die landen kun je je culinaire hart ophalen. Voor wie niet veel verder komt dan het bestellen van een croissantje, pizza of tapa zijn er nu drie handige miniwoordenboekjes. ‘Voor de eetgrage toerist die zich wil losmaken uit de knellende omhelzing van zijn beperkte repertoire’.
Culikretologie
Voor Frankrijk en Italië schreef Onno Kleyn al eerder vergelijkbare werken, maar die waren niet meer in de handel. De nieuwe boekjes zijn zowel qua vorm als inhoud flink opgestrakt. Handzaam klein ter verplaatsing in de spreekwoordelijke kontzak, met stevige cover die tegen een stootje kan. Ook inhoudelijk zijn de pockets bijgewerkt met de nieuwste culikretologie ( zoals hét modewoord op Franse menu’s van de laatste jaren, ‘déclinaison’). En Spanje is vers toegevoegd.
Restauranttermen
De coverfoto’s zijn exact hetzelfde als op de eerder verschenen Reiskookboeken. Daar staan ook woordenlijsten in, maar vooral van ingrediënten; het idee van een kookboek is tenslotte dat je zelf aan de bak gaat. Cruciaal verschil is dat hier ook restauranttermen instaan. Ruim de helft van de boekjes bestaat uit een alfabetische woordenlijst, twee kanten op, dus zowel Frans-Nederlands als Nederlands-Frans.
Fristi
Daarnaast veel handige zinnen over zaken als voedselintolerantie (‘Je suis allergique au gluten!’), praktische tips (van ‘Om kroketten vragen heeft geen zin’ tot ‘In Italië hebben ze geen Chocomel en Fristi’) en welgemeend advies (‘Veganisten kunnen maar beter wegblijven uit Franse restaurants.’) De boekjes maken je wegwijs in die soms eigenaardige lokale gewoontes van ontbijt, lunch en diner. Alles over etenstijden, etiquette en eten met kinderen. Wat is het verschil tussen een comedor, casa de comida, marisquería of restaurante? Plus handige lijstjes met de specialiteiten – zowel eten als wijn – per regio.
Cappuccino
En ook is er een flinke portie educatie in een manhaftige poging om het plebs manieren bij te brengen. Snij nooit de pasta in Italië, ‘tenzij je jezelf als barbaar, neanderthaler of aap met kleren aan wilt etaleren’. Van de auteur mag je best na afloop van de maaltijd een cappuccino bestellen, ‘ook al vindt iedere Italiaan dat belachelijk’. Zeg niet dat je niet gewaarschuwd bent. Overigens lijken de voorkeuren van de auteur onmiskenbaar: Italië moet welhaast favoriet zijn, want dat boekje is duidelijk het dikst.
Onno Kleyn, Culinair reiswoordenboek Frans, Culinair reiswoordenboek Italiaans, Culinair reiswoordenboek Spaans, per stuk € 9,95, uitgeverij Het Spectrum.