Regelmatig hoor ik iemand verzuchten dat hij of zij ‘al zóveel kookboeken heeft’. Maar een mens heeft toch nooit teveel kookboeken? Ik althans niet. Onlangs kreeg ik weer zo’n prachtexemplaar in de bus. Wilde venkel & rabarber en andere culinaire genoegens uit de volkstuin. Geschreven door twee dames, Caroline Zeevat en Ans Withagen, die allebei een eetbare tuin hebben en elkaar ooit toevallig op vakantie tegen het lijf liepen. Help. Vierhoog achter in hartje Amsterdam met slechts een balkon wil ik nu nog maar één ding: ook een eigen een moestuin.
Viooltjes en paardenbloemen
Het boek volgt de maanden van het jaar en geeft, zoals het een kookboek betaamt, recepten maar vooral veel algemene tips voor de moestuinierende medemens. In januari gaat het dus over kiemen en witlof, in februari over opruimen, composthopen en jam, in maart over (eetbare!) viooltjes en paardebloemen, in april over hop en asperges en dan moet de hele zomer nog komen. Alleen in december is er lekker niks te doen behalve de oogstvoorraad opeten.
Slakken en witlof
Caroline Zeevat, die ook de vormgeving van het boek verzorgde, heeft al 11 jaar een volkstuin in Rotterdam en Ans Withagen bestiert een moestuin in hartje Utrecht. Beide kennen intussen het klappen van de zweep. Er gaat een wereld aan tips voor je open. Plant witlof, dan heb je geen last van slakken want net als kieskeurige kindertjes zijn ook deze slijmerige tuingasten vies van deze bittere groente. Maar als je wel slakken hebt, kun je die natuurlijk ook vangen en opeten. ‘Slakken daarna op de gebruikelijke manier bereiden’. Alleen, mmm, hoe dan? Dat recept ontbreekt helaas.
Stamppotje onkruid
Last van onkruid? Opeten die hap! Maak eens een stamppotje onkruid. Het hinderlijk woekerende zevenblad dat ik tandenknarsend nog ken van een vorig huis-met-tuintje schijnt ook erg lekker te zijn. Dat had ik eerder moeten weten. En dankzij de duizelingwekkende hoeveelheid soorten sla die in het boek beschreven worden, realiseer je je pas wat een armoe het is in de gemiddelde supermarkt.
Om en om
De dames schrijven om en om, waardoor de teksten soms overlappen en het voor de lezer af en toe verwarrend is welke ik-figuur nu weer aan het woord is. Ook een minpuntje: om de haverklap worden andere personen genoemd die verder niet geïntroduceerd worden. Wat heb ik eraan te weten dat de bagna cauda van een zekere Wilma is? Of de vijgentaart van ene Maria? Is dat erg? Welnee. Het hele boek leest lekker weg, alsof iemand aan de keukentafel tegen je praat. Met een rabarbermerenguetaart en een glaasje bessensap erbij.
Pioenrozensiroop
Dat de dames er nog een leven naast hebben is trouwens bijna niet voor te stellen, want het runnen van een moestuin lijkt een full time bezigheid. Het duizelt je af en toe van de activiteiten en mogelijkheden. Al zaaiend en oogstend val je van de vlierbessenchampagne via de pioenrozensiroop in de dahliajam.
Het boek sluit af met een uitgebreide adressenlijst. Waar vind je boeken, zaden, kwekerijen en zelfs tuincursussen. En zelfs informatie hoe je aan een volkstuin komt…
Caroline Zeevat en Ans Withagen, Wilde venkel & rabarber, uitgeverij Spectrum, € 24.95