Een bullebak, briljante kok/ondernemer (twaalf restaurants met in totaal zeven Michelinsterren) en fucking markante tv-persoonlijkheid. Dat Gordon Ramsay, 40 lentes jong, zich aan een autobiografie gewaagd heeft is dus niet verwonderlijk. Van de week viel ik toevallig in een aflevering van Oorlog in de keuken. Ditmaal was het een hopeloze onderneming in Spanje met een eigenwijze Brit achter de kachel. Onnavolgbaar hoe Ramsay in een week tijd weet door te dringen tot de kern van het probleem en de zaak ten goede weet te keren. Dat maakt nieuwsgierig naar zijn levensverhaal. Dat blijkthelaas taaiere kost.
Rokkenjager
De kleine Gordon heeft het niet makkelijk gehad, om maar eens met een understatement te beginnen. De ellende en armoede stijgen alras op uit de pagina’s. Agressieve dronkelap annex rokkenjager als vader, junkie als broer, gefnuikte voetbalcarrière. Het is niets dan kommer en kwel. Dat Gordon achter de pannen terechtkwam was puur toeval. Dat hij bij de excentriekeling Marco Pierre White belandde wellicht niet, de beschrijvingen van zijn grillige leermeester doen erg denken aan die van zijn vader.
Het f-woord
Door het hele boek heen hoor je Ramsay letterlijk praten. Het lijkt alsof hij een bandje heeft ingesproken dat een nijvere assistent vervolgens heeft uitgetypt, inclusief de ontelbare f-woorden, wat soms rare zinnen oplevert à la ‘het neusje van de fucking zalm op muziekgebied’. De hoofdstukken lijken eerst thematisch (pa, voetbal), maar zijn wel in chronologische volgorde. Een boeiend leven, daar niet van, maar door de overdaad aan misère en de weinig onderhoudende en-toen-en-toen-stijl wil het gek genoeg toch niet erg boeiend worden. Daar komt bij dat ik af en toe het spoor bijster raakte, bijvoorbeeld bij het onbegrijpelijke gekonkel rondom zijn eerste restaurant Aubergine.
Niet lachen
Tussen de bedrijven door valt er heus ook een hoop te genieten. De gedrevenheid en vakmanschap van Ramsay spatten van de pagina’s, net als de bizarre stoet concullega’s. Saillant detail: ondanks zijn van tv bekende gevloek en getier heeft hij naar eigen zeggen weinig personeelsverloop. En dat terwijl hij aangeeft een hekel te hebben aan leugenaars, vieze koks, op-de-klok-kijkers, moederskindjes en dikkerds. Oja, en er mag ook niet worden gelachen in de keuken. Dan blijft er niet veel over, zou je zeggen.
Conclusie
Wat in ieder geval duidelijk blijkt uit het boek:
• Een beetje tegenslag in het leven kan geen kwaad
• De gastronomie is een keiharde wereld vol onbehouwen, arrogante aggresievelingen
• Ramsay kan veel, maar een boek schrijven had hij wellicht beter aan iemand anders kunnen overlaten…
Gordon Ramsay, De autobiografie, A.W. Bruna Uitgevers, € 19,95
P.S. Wist je dat z’n vrouw Tana ook kookboeken schrijft? Lees hier de laatste boekrecensie.