Al 25 jaar leef ik samen met dezelfde fluitketel. Echt Alessi design uit de jaren 80. Ooit gekregen als housewarming-cadeau voor mijn allereerste zelfstandige huurwoninkje. Apetrots was ik, zowel op die fluitketel als op die woning (hoezo studentenwoningnood op dit moment hoger dan ooit? Ik heb ook jaren moeten hannesen met minieme zolderkamertjes en hospita’s en géén douche!). Als fervent theedrinker kan ik geen dag zonder fluitketel. Electrische waterkokers, daar ben ik nooit aan begonnen. Al was het maar omdat ik mijn keukenstopcontacten al hard nodig heb voor belangrijke keukenapparatuur.
Toen op zeker moment meneer Koken met Karin in mijn leven kwam, bleek hij onmiddellijk een aversie te hebben tegen deze fluitketel: ‘Een spuuglelijk designding’. Maar ik gaf geen krimp. Ik niet.
Alleen is ergens in die kwart eeuw iets dramatisch misgegaan. Het begon er al mee dat ik de onhandige gewoonte heb om kokend water af te gieten, de ketel terug op het fornuis te zetten maar te vergeten om het gas uit te draaien, je kent dat wel. Jaar in, jaar uit ging het op het nippertje goed, alleen was het mooie van de ketel er na verloop van tijd op die manier wel af. Ook het zwarte plastic dopje is regelmatig eraf gesmolten en weer erop gezet.
Vanuit praktisch oogpunt was er echter niets aan de hand, water koken ging nog altijd uitstekend. Alleen lijkt het einde der tijden nu toch echt nabij. Hij lekt. Het is een kwestie van tijd tot de hele bodem er onder vandaan zakt. Maar voor ik hem weggooi wil ik eerst een nieuwe.
Het wachten is nu op een geste van meneer.