Voor de vijfde aflevering van mijn wereldkeuken-zomerserie heb ik geen lunch met z’n tweeën, maar met z’n drieën. Het Japanse kookboek Yoko is namelijk geschreven door twee auteurs: de Japanse Yoko Inagaki en de Nederlandse Christel van Bree. Christel kookt in Utrecht en Yoko belt via Facetime vanuit Osaka, het foodmekka van Japan. Gesneden koek, want zo communiceren ze al jaren. Via Facetime gingen ze samen in Japan naar de vismarkt en op allerlei excursies om te kijken hoe miso precies gemaakt wordt en sojasaus. Terwijl ik een kopje thee krijg in een prachtig handgemaakt kommetje (keramiek is naast koken hun andere gezamenlijke hobby) begint Christel in de keuken aan de voorbereiding voor de takoyaki die we vandaag gaan eten, octopuspoffertjes. Voor Yoko de normaalste zaak van de wereld, sterker nog, ze zegt dat ze zich een leven zonder octopus niet kan voorstellen.
‘Takoyaki zijn eigenlijk ronde bolletjes’, legt Christel uit terwijl ze inktvis in stukjes snijdt ‘Daar heb je een speciale dure pan voor nodig, maar die heeft natuurlijk niemand. En in een Hollandse poffertjespan kan het ook, dan zijn ze maar wat platter. Yoko is enorm praktisch, dit soort oplossingen vindt ze geweldig.’ Christel knipt een pak Hollandse poffertjesmix open. Dat is niet volgens het recept, maar wel lekker makkelijk. En ze doet ook meer melk in het beslag dan Yoko, want dat vindt ze smakelijker. Alleen de dashi, de Japanse bouillon die als smaakmaker overal terugkomt, maakt ze ‘net als elke gewone Japanner’ met behulp van een zakje bouillonpoeder.
Maar even terug naar het begin. Tien jaar geleden ontmoetten de twee dames elkaar via een platform om toeristen kennis te laten maken met de Japanse eetcultuur. Ze gingen samen bij Yoko thuis in Osaka koken en eten, het klikte enorm en ze raakten niet uitgekletst. Het was het begin van een bijzondere vriendschap. Christel heeft een eigen reisbureau en stuurde steeds meer toeristen langs bij Yoko thuis. Die kreeg de smaak dermate te pakken dat ze zes jaar geleden besloot om haar baan bij een elektronicafirma op te zeggen en voortaan haar beroep te maken van workshops en foodtours geven.
En toen brak corona los. Yoko en Christel hadden allebei weinig omhanden en besloten om een kookboek te maken. Maar hoe schrijf je samen een boek op ruim negenduizend kilometer afstand van elkaar? ‘Ik heb haar 180 uur geïnterviewd’, zegt Christel droogjes. Terwijl ze de poffertjespan invet vertelt ze dat het meer moest worden dan het zoveelste Japanse kookboek. ‘Het idee alsof je bij een moderne Japanse vrouw aan de keukentafel zit. Want Japanners maken thuis helemaal geen sushi, dat is chefswerk, en ze eten van gewoon servies, heus niet altijd van traditioneel keramiek.’ Yoko leverde één grote stroom aan verhalen plus een berg recepten, Christel vertaalde het vervolgens naar boekvorm. Het opvallende roze vierkante boek bevat geen traditionele indeling voor-hoofd-na, maar tien hoofdstukken rondom één onderwerp. Denk aan miso, ramen en thee, maar ook snijtechnieken en de Hollandse invloeden in Japan komen aan bod. Een idee van Christel, die het maken van het boek lachend omschrijft als ‘een Japanse lost-in-translation-flipperkast-rollercoaster’. Yoko moet grinniken als ik haar via het scherm vraag naar de miscommunicatie. Ze vond het bijvoorbeeld gek dat Christel bij het recept van misosoep met tomaat maar blééf vragen of het nou een voorgerecht of een hoofdgerecht was. ‘Ons maakt het niet uit. We serveren alles tegelijkertijd.’
Al pratend bakt Christel pan na pan vol poffertjes. De hele tafel staat al snel vol schalen, plus allerhande sausjes en toppings die je erover kunt doen. Heerlijk zijn ze. Terwijl Yoko zwaaiend afscheid neemt, die moet weer met een groep toeristen op pad, neem ik nog een portie.
RECEPT Octopuspoffertjes (Takoyaki)
Nodig voor 20 stuks:
180 g octopus (pulpo, vers van de markt of uit het vriesvak van de toko)
1 lente-ui
150 g bloem
400 ml dashi (bouillonpoeder van de toko plus water)
50 ml melk
2 eieren
zonnebloemolie om in te bakken
Dipsaus:
2 el worcestersaus
1 el ketchup
1 tl suiker
Dipsaus: Meng alle ingrediënten door elkaar in een kommetje.
Poffertjes: Snij de octopus in stukjes van 1 x 1 cm. Hak de lente-ui fijn. Klop de eieren los met een garde. Voeg de dashi, melk en bloem toe en klop stevig tot een dun beslag.
Verhit een poffertjespan op hog vuur, zet het vuur midden-hoog zodra de pan heet is. Kwast de pan in met zonnebloemolie. Geit met een sauslepel wat beslag in elke holte. Verdeel overal een stukje octopus en wat lente-ui over. Bak ± 3 minuten tot de bovenkant droog is. Draai de poffertjes één voor één om met een satéprikker. Serveer op een schaal met de dipsaus erbij.
TIP: Vervang de octopus door (chorizo)worst, garnalen, kaas, sushigember of zelfs avocado.
Ook lekker om erbij te serveren: dunne Japanse kewpie-mayonaise, (gekleurde) sesamzaadjes, gedroogde bonitovlokken (die gaan zo mooi dansen op de hete poffertjes) en/of furikake.
Dit recept komt uit het boek Yoko, recepten en verhalen uit Japan van Yoko Inagaki en Christel van Bree, uitgeverij Becht, 240 pagina’s, € 34,99
Dit artikel verscheen eerder in Trouw (©: Koken met Karin).
Morgen de laatste aflevering! Deze zomerserie gaat langs de volgende landen:
1. Vietnam: gebakken vis met gemberdressing
2. Libanon: fatteh
3. Peru: gamba’s a la sumiso
4. Irak: courgettestoof
5. Japan: poffertjes met octopus
6. Georgië: gevuld kaasbrood