Nederland zit steevast in de top-zoveel van gelukkigste landen ter wereld, maar manmanman, wat kunnen we af en toe miepen. Zo had ik laatst op social media zielsgelukkig een foto geplaatst van een emmertje vol zelfgeplukte bramen (bijna 3 kilo!), kreeg ik vervolgens van alle kanten commentaar. Wildplukken mág helemaal niet en wat zielig voor de vogels die het met die droogte toch al zo moeilijk hebben en ik zou potjandrie toch het goede voorbeeld moeten geven.
Wildplukken is niet verboden, maar in Nederland mag je inderdaad officieel hooguit ‘een champignonbakje’ vol plukken. Nu was ik echter in Frankrijk, in een dorpje dat aan alle kanten is omgeven door een woud aan bomvolle stekelige struiken. En de Fransen, notoire lekkerbekken, zijn gelukkig een stuk royaler in hun wildplukregels. Daar mag je vijf liter wildplukken, mits voor eigen gebruik. Overigens heb ik ook nog eens honderd meter wilde bramenstruik op eigen terrein. Die zou ik in theorie helemaal kaal mogen plukken zonder dat iemand er iets over te zeggen heeft, maar dat zou nevernooit lukken. Zelfs als ik thuis zou komen met tien volle emmertjes, bleven er nog altijd triljoenen bramen over voor vogels of andere gegadigden.
Ik sloeg het zuurpruimig commentaar dus lekker in de wind en kookte in mijn nieuwe, op de brocante voor een prikkie gescoorde, grote koperen ketel een flinke bups bramenjam met een vleugje rozemarijn (mijn recept staat nog online). Geheel voor eigen gebruik, al ben ik door ruimhartig uitdelen al bijna door mijn voorraad potten heen. Afgelopen week was ik echter weer in even thuis in Normandië, en ja hoor, de honderd meter bramenwand langs mijn weiland zat, tussen de geheel verdroogde danwel verregende exemplaren door, zowaar nog verrassend vol sappig zwart spul.
Voor wie in de stad geen wildebramenplek weet, of als de wilde bramen nu toch echt op zijn: de groenteboer verkoopt ze ook, in minuscule doosjes, veel kleiner dan een champignonbakje. Wel zijn het enorme, sappige joekels, veel groter dan die je in het wild aan de struiken vindt. Of u nu bramen wildplukt of koopt, in dit recept heeft u aan een paar genoeg. Broodjes warme geitenkaas uit de oven zijn een onvervalst klassiekertje, al decennialang de eetcafé-schrik van elke vegetariër. Maar met bramen en een vleugje rozemarijn wordt het toch ineens weer woest aantrekkelijk.
RECEPT Toast met warme geitenkaas met bramen
Nodig voor 2 personen:
1 dikke plak zachte geitenkaas (125 g)
± 6-10 bramen
2 sneetjes lekker zuurdesembrood
2 handjes gemengde sla
1 takje verse rozemarijn
2 eetl walnoten
wat vloeibare honing
wat olijfolie
Vinaigrette:
3 eetl olijfolie
1 eetl wittewijnazijn
1 theel mosterd
zout & peper uit de molen
Genoeg als voor- of lunchgerecht voor twee, of voor hongerige eenpitters.
Oven voorverwarmen op 180 °C. Wrijf of kwast het brood aan beide kanten in met wat olijfolie. Leg op een bakplaatje. Snij de geitenkaas doormidden en leg op het brood. Hak de rozemarijn fijn en de walnoten grof. Strooi erover. Leg op elk broodje een paar bramen, zo veel als u wilt en afhankelijk van het formaat. Besprenkel met een fliebeltje honing en ook nog wat olijfolie. Geef een haal met de pepermolen. Schuif de boel ongeveer 10-15 minuten in de oven, tot de kaas zacht en lichtgekleurd is en het brood goudbruin. Klop intussen een lobbige vinaigrette, hussel de slabblaadjes erdoor en verdeel over 2 borden. Haal de kaastoast uit de oven en leg erop.
TIPS:
• Geen walnoten? Pijnboompitten of hazelnoten.
• Geen rozemarijn? Wat verse tijm.
Dit recept verscheen eerder in Trouw (©: Koken met Karin).
Bewaar dit recept als pin op Pinterest:
Nieuw Vega boek
Intussen de vierde druk alweer, van mijn nieuwe vegetarische kookboek Vega zónder pakjes & zakjes. Te koop bij alle boekhandels, bij bol.com en zelfs bij de Albert Heijn. Maar een gesigneerd exemplaar bestellen via mijzelf kan natuurlijk ook.