Een paasstol is in feite een brood, maar dan wel in een luxe uitvoering. Opgesjiekt met rozijnen, krenten en amandelspijs. Vaak ook met sukade en oranjesnippers of met amarenekersen. Noten, niet te vergeten, die komen ook regelmatig voorbij.
Het grootste raadsel was altijd wat het verschil is tussen een kerststol en een paasstol (spoiler alert: geen), maar tegenwoordig hebben de fabrieksbakkers het zich helemaal makkelijk gemaakt door ‘feeststol’ op de verpakking te zetten. Dan kan ‘ie mooi het hele jaar mee. Geen omkijken meer naar. Fabrieksstollen worden namelijk al lang van tevoren gebakken. Niet bij de echte bakker hoor. Maar thuis zelf bakken is zeker ook een optie.
Dat valt bovendien gelukkig reuze mee. Als ik het kan, kan iedereen het. Het is makkelijk zat, je moet alleen rekening houden met een aantal tijdrovende wachtperiodes. En dan laat ik mijn amandelspijs niet eens rijpen, zoals vaak wordt aanbevolen. Want o ja, natuurlijk kun je ook amandelspijs zelf maken, sterker nog, dat is met een keukenmachine werkelijk een fluitje van een cent. Bij mij gaat er ook kardemom door het brood, want ik vind alle vormen van bakwerk lekkerder worden met kardemom. Dat geldt eveneens voor hazelnoten, die mogen er ook in. Wel even kort roosteren, dat bevordert de smaak enorm. Gewoon even in een koekenpan, of in de opwarmende oven.
Genoeg gepraat, aan de bak. Hier vind je mijn recept voor paasstol.