Ik had rijpe bananen waar ik vanaf wilde, en dan is er altijd één uitweg die onmiddellijk vreugde en genot schenkt: bananenpannenkoekjes. De klassieke banana pancakes zijn meestal met alleen maar banaan, ei en hooguit een schep muesli. Ik had meer zin in van die fluffy American pancakes, met blauwe bessen erin, en karnemelk had ik zowaar ook toevallig in huis. Maar ja, ik zat met die banaan. Dus ik klutste gewoon beide recepten door elkaar en toen werd het dit. Groot succes en zó gepiept.
Recept (voor 16 kleintjes): Doe 1 beslist rijpe banaan, 2 eieren, 125 ml karnemelk (of desnoods gewone melk) en een snufje zout in de blender en maal glad en luchtig. Doe er 100 g zelfrijzend bakmeel (of bloem met een lepeltje bakpoeder) bij en schep erdoor. Niet blenderen, er mogen namelijk best nog wat vlokjes meel overblijven. Dat scheppen gaat trouwens makkelijker als je de boel eerst even overschenkt in een normale schenkkan of kom, dan heb je geen last van dat blendermes. Vervolgens mag er ook een bakje (100-125 g) blauwe bessen door geschept. Als het heel dik is, mag er nog een scheutje karnemelk door, maar niet te veel, dan worden ze te plat.
En dan is het een kwestie van boter smelten in 2 koekenpannen (dan kun je sneller aan tafel, maar in 1 kan ook). Laat 3 à 4 bergjes beslag in de pan vallen en check of de bessen een beetje eerlijk verdeeld zijn, dus niet 7 in de ene en nul in de andere, maar, zeg, een stuk of 4 per pannenkoekje. Bak op middelhoog vuur tot de bovenkant droog begint te vallen (minuut of 2), draai dan om en bak ook de andere kant nog even een minuut. Niet te zuinig met boter. En met boter bedoel ik uiteraard altijd boter, geen margarine.
Serveren met maple syrup is ook zo’n must. En dan héb je me toch een puik feestontbijt! En hij kan trouwens ook meteen in mijn dossier zacht voedsel.
Bewaar dit recept als pin op Pinterest: