Småland is een Zuid-Zweedse regio zo groot als Nederland, bestaande uit bossen, meren en baksteenrode houten huizen. Bekend als bakermat van Pippi Langkous en dat bekende woonwarenhuis. Minder bekend: dé plek als je houdt van wildplukken, lekker eten en drinken. Ik heb mijn 10 lekkerste tips voor je op een rij gezet.
1. Wildplukken
Zweden grijpen elk excuus aan om lekker buiten te zijn. Wat helpt is het bijzondere Allemansrecht (Allemansrätten) waardoor je overal mag wandelen, zwemmen, kamperen en niet te vergeten wildplukken. Dat is dan ook zo’n beetje de nationale hobby. Ik ging het bos in met chefkok Pontus Sjöholm van hotel Asa Herrgård. Uiteraard is het bos elk seizoen anders, maar toen ik er was stond het zacht verende groene mos vol met paddenstoelen. Van bleekgele cantharellen tot eekhoorntjesbrood (leuk weetje: de Zweedse naam is Karl Johan), maar vooral trechtercantharellen, dunne gele stammetjes met bruine hoedjes. Op een open plek in het bos stond wat eenvoudig kookgerei, lees: een wok op pootjes met houtblokken erin, waar we vervolgens gezamenlijk een heerlijke lunch hebben gekookt, inclusief wildgeplukte kruiden en bloemen. Opeten gebeurde aan een houten tafel midden tussen de kaarsrechte boomstammen. Echt een magisch mooie plek. Iedereen kan dit openluchtrestaurant (maximaal 12 personen) boeken. Zonder kok kan het trouwens ook, dan krijg je een doe-het-zelf-mand mee met extra ingrediënten, plukinstructies en recepten.
2. Moestuin
Niet wild, wel plukken kun je in Ekobacken, een moestuin aan de rand van de gemoedelijke regiohoofdstad Växjö die gerund wordt door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In de herfstzon is het een ronduit betoverend geheel van achtduizend vierkante meter groente, bloemen en vlinders. Veel van de oogst gaat naar lokale restaurants, maar er is ook een winkeltje voor consumenten. Vooral het zelf plukken van bloemen is populair, tegen kiloprijs. Wortel, aardappel en ui lopen ook goed. Plus dille, heel veel dille.
3. Dille
Een van de meest kenmerkende kruiden uit de Zweedse keuken is dille. Niet alleen de donkergroene pluizige takjes zoals wij ze kennen, maar juist ook de gele bloemetjes, die ze hier krondill noemen. Te gebruiken in om te beginnen alles met vis, van haring tot gravad lax en rivierkreeftjes, maar het gaat ook steevast bij ingemaakte bietjes en augurken, plus door gekookte aardappels.
4. Haring
De Zweden hebben nog veel meer met haring dan wij. Van oudsher een goedkoop en alom aanwezig visje, waar je tal van lekkere dingen mee kunt doen. Zoals glasmästar sill, oftewel haring die in een glazen weckpot wordt ingemaakt in het zoet-zuur, vergezeld van allerlei kruiden en groente. Ik leerde het maken van chef Sune Markmann van het knusse bed & breakfast Grimsnäs Herrgård. De pot ging voorzichtig mee in de koffer en na een week bleek de haring botermals en was de groente juist lekker knapperig. Leuk weetje: ingemaakte haring heet sill in het zuiden, strömming in het noorden van Zweden. En ze eten het, raar maar waar, vaak in combinatie met kaas.
5. Rivierkreeftjes
Bij ons steeds vaker een plaag in de sloot, in Zweden zijn ze er dol op: rivierkreeftjes. De meren zitten er vol mee, kwestie van fuiken zetten en de volgende dag weer opvissen. Ook koken is zo gepiept, kijk, dan worden ze mooi knalrood, alleen moeten ze voor de smaak daarna nog een dag marineren in een saus met bier, water, zout en veel dille. Vervolgens worden ze in grote hoeveelheden geserveerd, en daar hoort een feestje bij. De (na)zomer is de beste tijd voor een kräftskiva, een kreeftenfeestje. Verplichte onderdelen: papieren hoedjes, versierde tafels (elke supermarkt verkoopt speciale kreeftslingers en kreeftservetten), veel gezang en veel drank.
6. Drank
Dé lokale drank is snaps (of aquavit). Vergelijkbaar met wodka, maar dan doorgaans met kruiden als smaakmaker. Je drinkt het puur, in kleine glaasjes, liefst koud. De al dan niet huisgestookte varianten zijn talloos, variërend van heerlijk tot ehm, apart. In deze regio zijn ook veel appelboomgaarden, met volop appelsap tot gevolg. De lekkerste variant is die met prik, die verwarrend genoeg – want alcoholvrij – appelcider genoemd wordt. Wijn is er natuurlijk ook overal, zij het prijzig. Een geweldige plek is hotel-restaurant PM & Vänner, met wel 20.000 flessen in hun bijzondere wijnkelder in een voormalige bankkluis.
Leuk weetje: grote kans dat het mooie glas waaruit je drinkt in deze regio geblazen is, uit een van de vele glasfabrieken uit Glasriket.
7. Eland
Zoals de leeuw de koning van de jungle is, zo heerst in deze regio de eland. Een imposante verschijning, zo’n grijsbruine hertachtige met aandoenlijke snuit, helemaal met gewei. In theorie is de kans groot dat je er hier in het wild eentje spot, maar de praktijk is doorgaans een stuk weerbarstiger. Dan is de kans groter dat je eland op je bord tegen komt.
8. Knäckebröd
Vergeet de pakjes uit de Nederlandse supermarkt. Echt knäckebröd is mirakels dun, knapperig en verrukkelijk.Kijk, je ziet ze hier bovenaan de foto, twee soorten.Ooit armeluiskost, nu de trots van elke bakker. Aanwezig bij elke maaltijd, van ontbijt tot diner. Culisouvenirtip.
Tijdens mijn vorige bezoek kocht ik trouwens deze joekels met een gat in het midden, ook erg lekker:
9. Ostkaka
Het iconische toetje uit Småland is ostkaka, letterlijk kaastaart. Een soort korrelige, machtige, cheesecake die traditioneel gebakken wordt in een ronde koperen schaal. Keurige puntjes afsnijden gaat niet, je krijgt gewoon een berg op je bord geschept, vergezeld van bessenjam en slagroom. Er is een levendige bakwedstrijdencultuur en zelfs een speciale feestdag, Ostkakans Dag (14 november). Helaas vergeten een foto van te maken…
10. Prinsessentaart
Drie uur ‘s middags is in heel Zweden fika-tijd, koffie met iets lekkers. Dat kan bestaan uit van alles, van kanelbullar (kaneelbroodjes) tot sockerkaka (suikertaart, een soort cake) tot gaffelkakor (vorkkoekjes, herkenbaar aan de deukstreepjes bovenop, van een vork – zie hier het recept). Een echte feestklassieker is de prinsesstårta. Zoals wij onze appeltaart hebben, de Engelsen hun Victoria Sponge en de Duitsers hun Schwarzwalder Kirschtorte, zo zijn de Zweden erg gehecht aan hun prinsessentaart. Een met kermitgroene marsepein beklede boltaart, bestaande uit laagjes luchtige cake, frambozenjam, slagroom en banketbakkersroom. En dat alles gegarneerd met een roze marsepeinen roos. Ik leerde deze klassieker maken in de bakkerij van Konditori Toftastrand aan de rand van Växjö, een zeer populaire plek voor familieuitjes.
Niet zo leuk weetje: mijn taart mocht niet mee het vliegtuig in als handbagage, want ‘room is vloeistof’, maar dankzij een behulpzame grondstewardess kon hij uiteindelijk worden ingecheckt als bagage. En dat ging zowaar goed.
Dit reisverhaal verscheen eerder in Trouw. ©: Koken met Karin.
En natuurlijk horen er recepten bij, die volgen de komende dagen, want het is deze hele week Zweedse week. Morgen eerst: pyttipanna, hét Zweedse kliekjesrecept, maar dan in mijn vega-versie. Heb je weer kliekjes over van de pyttipanna? Daar maak je vervolgens weer Zweedse huzarensalade mee. En dan gaan we ook nog Zweedse koekjes bakken.
Nóg meer zin in Zweden? Zie ook:
• 10x reistips West-Zweden
• De onvermijdelijke Zweedse balletjes in roomsaus
• Fika (koffiedrinken op z’n Zweeds)
• Kanelbullar (klassieke kaneelbroodjes) of volgens de bolletje-wol-methode (met filmpje)
• Borrelen op z’n Zweeds
• Zweedse boekentip