Voor wie het nog niet was opgevallen, ik zit middenin een instructieve serie over zacht voedsel. Dit keer wil ik het hebben over puree. Voor wie in de puree zit, is puree namelijk een uitkomst. Om te beginnen aardappelpuree. En dan bedoel ik uiteraard niet die treurige versie in een pakje, maar echte puree, van echte aardappels. Die je vervolgens door de pureeknijper of roerzeef haalt (nooit door de blender of met de mixer, dat wordt behangplak!). Een doodgewone pureestamper kan ook, maar dan moet je echt goed stampen, want elk bonkje is straks een hindernis bij het naar binnen werken.
Belangrijk: maak de puree supersmeuïg met warme melk of room en boter. Omdat je automatisch tijdens deze periode afvalt, want je krijgt maar weinig voedsel naar binnen, moet je je vooral nergens bezwaard over voelen. Dus hoppa, nóg een scheut room en nóg een klont boter. Omdat je het waard bent! En omdat het leven al treurig genoeg is nu je niet alles kunt eten.
Ook alle mogelijke groentes lenen zich uitstekend voor puree. Het basisrecept is simpel: groente in stukjes snijden, koken (of stomen) en dan met een ferme scheut kookwater (oppassen dat je dat niet gewoontegetrouw meteen afgiet in de gootsteen!) in de blender. Maak het zo vloeibaar of juist stevig als je zelf wilt (of aankunt). Hoe meer vocht, hoe sneller het richting soep gaat. Maar als je niet verplicht bent tot een vloeibaar dieet, is het een verademing om tussen al dat drinken lekker met een theelepeltje iets te kunnen opsouperen.
De mogelijkheden zijn eindeloos. Zoals deze aardappelpuree gemengd met wortelpuree.
Of deze mix van allerlei gebakken groente met gehakt, plus aardappelpuree. Links de gewone versie, rechts de mijne. Want niet het hele huis hoeft natuurlijk geblenderd te eten, je pureert alleen een versie voor jezelf.
Maar ook: aardappelpuree met sperziebonen.
Als je goed kijkt, zie je dat het twee purees zijn: aardappelpuree met een beetje sperziebonen erdoor, plus pure sperziebonenpuree. Al zaten er trouwens ook wat peultjes en snijbonen door, dat ruimt zo lekker op. Natuurlijk kan alles door elkaar, maar om nog een beetje een schijn van variatie te houden, mondgevoel is dezer dagen immers grotendeels afwezig, eet het soms juist lekker als je twee pureetjes hebt.
Dat principe geldt trouwens ook voor vlees. Kijk, dit is gepureerd stoofvlees met zoete-aardappelpuree. Alles door elkaar mikken levert één grote vuilbruine massa, dat moet je zien te voorkomen. Dit eet veel prettiger. Over vlees gaan we het trouwens verderop in deze serie nog hebben, want dat is niet altijd een succes. Maar suddervlees doet het uitstekend.
Ook geroosterde groente uit de oven (bloemkool! pompoen! wortel! pastinaak!) zijn heerlijk om te verpureeën, die hebben nóg meer smaak. Dan heb je alleen geen kookwater voor de blender, maar met een scheut bouillon of zelfs alleen wat kokend water, maak je ook daar binnen no time puree van. Zoals deze pompoenblokjes uit de oven, gepureerd met een beetje kaas voor extra lekker.
Zelfs geroerbakte groente vallen te blenderen. Zie deze bimi uit het nieuwe groentekookboek We love groente van culicollega Janneke Vreugdenhil. Ze stuurde het boek én de ingrediënten voor het covergerecht naar me op, dus dat moest natuurlijk meteen gemaakt werden. Nee, natuurlijk was de ‘echte’ versie vast lekkerder, maar je moet je verwachtingen dezer dagen een beetje bijstellen, dan valt het allemaal best mee.
Nog eentje dan: spinazie met aardappel-knolselderijpuree. Iets grover van structuur, maar deze foto is van het eind van de periode, als je als het goed is weer heel voorzichtig mag gaan kauwen in plaats van alleen maar sabbelen.
Mijn tip: maak altijd ruime hoeveelheden. Een kliekje puree in de koelkast is altijd fijn. Even opwarmen in de magnetron en je hebt weer een tussendoorhapje, want zoals gezegd: je eet maar weinig, en de honger komt op de gekste tijden opzetten. Dus geneer je niet, maar kruip onder een dekentje op de bank en sabbel lekker op een pureetje.
En als je geen puree meer kunt zien, en je bent niet meer in de hele prille beginfase dat alles alleen maar zeer doet, kun je er ook nog zachte (hartige) pureekoekjes mee bakken. Kliekjesrecept: kluts een restje puree in een kom los met 1 of 2 eieren. Het lekkerst is aardappelpuree met wat gepureerde gare groente erdoor, zo kom je meteen van je rotzooi af. Deze op de foto is met courgette, altijd een dankbare groente, maar wortel, paprika of champignons werkt ook goed. Voeg lekker wat fijngehakte tuinkruiden toe (wat je toevallig hebt: peterselie, basilicum, dille) en breng de boel flink op smaak met zout en peper uit de molen. Een snuf cayennepeper of een lepel kerrie pept de boel ook goed op. Voor de bakstevigheid doe ik er nog een volle lepel bloem bij. Je moet een dik beslag hebben dat je met een grote (saus)lepel kunt opscheppen. Te dik? Eitje erbij. Verhit boter in een koekenpan en laat er drie bergjes beslag in vallen. Bak heel rustig, ze mogen niet aanbakken. Keer om als het kan (lees: als de bovenkant niet meer kleddernat is) en bak ook de andere kant. Denk aan drie in de pan of American pancakes. En voeg gerust wat extra boter toe. Ze blijven lekker zacht, dus je kunt ze daarna op je bord in stukjes snijden en eten.
Morgen gaan we weer verder. Nu met een lastige: brood.
Dit artikel is deel 5 uit een serie over zacht voedsel. En er volgt nog van alles!
©: Koken met Karin
1. Waarom een dossier zacht voedsel?
2. Havermout-drinkontbijtjes
3. Blender
4. Soep
5. Puree
6. Brood
7. Luxe ontbijt
8. Eitje
9. Rijst
10. Hartige pap
11. Pasta
12. Will it blend?
13. Snaaihonger
14. Meebrengtips voor ziekenbezoek
15. Laatste opbeurende tips