Het klinkt heel kinderachtig, je eten zoet maken, zoiets als appelmoes-door-de-spruitjes voor lastige koters. Maar het boek Koken met karamel waar ik gisteren over had staat toch echt vol met grotemensendingen. Zoals deze beeldige taart met wortel, krieltjes en paprika en een paar lepels pittige chilikaramel om al die zoetigheid in balans te houden. Het is even een gefrut, maar dan heb je ook wat. Het is een vrij klein taartje, genoeg voor 4 personen als voorgerecht of voor 2 als hoofdgerecht, met bijvoorbeeld een groene salade erbij.

Nodig:
4 plakjes roomboterbladerdeeg (diepvries)
250 g krielaardappeltjes in de schil
3 niet te dikke wortelen
1 kleine rode paprika
1 grote ui
wat takjes verse tijm
klontje boter
scheutje olijfolie
50 g karamel (hier vind je het basisrecept) + wat extra
snuf chilivlokken (uit zo’n molentje)
wat boter en bloem voor invetten vorm

In het recept staat zowel dat je een taartvorm van 20×20 cm moet nemen, als van 23×23 cm. Die van mij was Ø 22 cm, en dat was prima.

Oven voorverwarmen op 200 °C.

Was de krieltjes en wortelen (schil die laatste alleen als het nodig is). Het mooiste is om niet te dikke wortelen te nemen, van dezelfde doorsnee als de krieltjes, zodat je straks een mooi geheel van hetzelfde formaat rondjes krijgt. In het boek worden krieltjes en wortelen ze in hun geheel gekookt en dan in stukjes gesneden, ik vond andersom handiger, en dat kan bovendien in de helft van de tijd. Snij de krieltjes één keer doormidden en snij vervolgens de wortel in ongeveer even grote bonkjes (± 1,5 – 2 cm). Doe in een pan en bedek met koud water. Snufje zout erbij. Breng aan de kook en laat dan afgedekt zachtjes in ± 10 minuten beetgaar koken. Als je er in kunt prikken met een vork, is het goed. Giet af en laat even uitdampen.

Snipper de ui. Verhit boter en olijfolie in een (hapjes)pan en fruit de ui zachtjes 10 minuten. Snij intussen de paprika in kleine stukjes. Voeg toe en laat rustig even 5 mee sudderen tot hij zacht begint te worden. Ris ook de tijm van de takjes en doe erbij. Schep de karamel erbij en laat al roerend op laag vuur goed smelten en vermengen met de groente. Breng lekker pittig op smaak met peper uit de molen en chilivlokken. Niet te voorzichtig, de groente zijn zoet, de karamel is zoet: een beetje tegenwicht kan het wel hebben. Een beetje zout mag ook, tenzij natuurlijk (zoals bij mij) je karamel al zout is, dan hoeft het waarschijnlijk niet.

Laat het bladerdeeg alvast ontdooien. Vet een ovenschaal in met boter en bepoeder met bloem. Plak de 4 plakjes bladerdeeg aan elkaar tot een geheel, hevel over in de vorm en snij bij op maat.

Prik de bodem in met een vork. Zet de bodem tot gebruik terug in de koelkast.
Overigens kun je het ook tot zover voorbereiden. Bewaar de drie onderdelen apart in de koelkast: taartvorm met deeg, een schaal met wortel-krieltjes en een schaal met paprika-ui. Zet de taart pas op het laatst in elkaar, zo wordt de bodem niet zompig.

Samenstellen: Verdeel het paprika-uimengsel over de bodem van de vorm. Verdeel nu de krieltjes en wortel erover, allebei met de platte kant naar boven. Zet ze zo dicht mogelijk tegen elkaar en schuif waar nodig even een stukje paprika opzij. Ja, dat is even een gefrut, maar als je dat netjes doet, ziet je taart er straks prachtig uit. Zoals je ziet had ik zowel oranje als gele wortel gebruikt, voor nóg meer kleurvariatie.
Tip: Verhit een volle lepel karamel in de magnetron tot goed vloeibaar en kwast over de aardappel en wortel, voor de glim.
Laat in het midden van de oven in 25-30 minuten gaar en goudbruin worden.

Bonustip: Serveer in de taartvorm. Als je hem probeert om te keren om te storten op een mooie schaal, zakken al die zorgvuldig gerangschikte groentes eruit en moet je ze met de hand allemaal weer terug gaan zitten peuteren. Het echt mooie is er dan wel vanaf. Ja, ik spreek hier uit persoonlijke ervaring 😉

Dit recept komt zoals gezegd uit het boek Koken met karamel, lees hier mijn recensie.