Er moet meer gerookt worden. Nee geen sigaretten, die zijn hopeloos passé (zie: stoptober). En al helemaal niet die elektrische nepdingen, die zijn volstrekt ridicuul. Nee, ik heb het over het roken van etenswaren, in een rookoventje. In feite niet meer dan een doos van roestvrij staal met een afneembaar deksel erop en een los rooster erin. Eten erop, houtsnippers eronder en hoppa, op het gasfornuis kun je alles wat je hartje begeert gaan roken. Niet dat ik er eentje heb trouwens, mijn huis puilt uit van de kookspullen, maar ik woon gelukkig op fietsafstand van Frank’s Smokehouse. Hét adres in Amsterdam voor alle mogelijke gerookte lekkernijen.
Frank Heyn (‘als de supermarkt, maar dan met een y’ zegt hij met nog altijd een charmant accent) is een Amerikaanse kok die decennia geleden verzeild raakte in onze hoofdstad, iets met een leuke baan, en daarna deed de liefde de rest. Hij had ooit in Zweden vis leren roken en vanuit zijn Amsterdamse keukenraam begon hij te experimenteren. Na de geboorte van zijn zoon Thomas en de bijbehorende verhuizing had hij ineens een schuurtje tot zijn beschikking en ging hij pas goed los. Lang verhaal kort: in 1996 opende hij Frank’s Smokehouse op de Wittenburgergracht en begon daar zijn gerookte spullen te verkopen.
Dat doet hij nog steeds, alleen nu iets verderop, op de Oostenburgergracht, in een pand dat tevens café-restaurant is, en met zijn inmiddels volwassen zoon Thomas achter het fornuis. Open vanaf 8 uur ’s ochtends en ze ‘gaan dicht als de laatste gast vertrokken is’. Vorige week werd ik uitgenodigd voor een lunch om kennis te maken met de nieuwe locatie en de geneugtes van duurzame wilde vis uit Alaska, op allerlei mogelijke bereidingswijzen: gerookt, uiteraard, maar ook rauw en uit de pan. Van zalm tot sintjacobsschelpen, van king krab tot black cod, wat dan weer geen kabeljauw is maar zandvis. Dus het was nog educatief ook. Niet gerookt, wel het omfietsen waard: de frietjes van Frank, met kruidenmix uit zijn geboorteland en huisgemaakte (en dan weer wél gerookte) ketchup. Ze waren op voor ik er een foto van kon nemen.
Zelf roken doet Frank overigens niet meer, daar heeft hij intussen zeven man personeel voor, maar hij is wel elke dag in de winkel te vinden, en hij snijdt hoogstpersoonlijk de allerlekkerste zalm voor je af die je ooit proefde. Een wereld, wat zeg ik?, een universum van verschil met de gekweekte zalm die je kent uit de supermarkt. Natuurlijk kon ik het niet laten om op weg naar huis ook meteen even wat boodschappen te doen, want hij rookt nog steeds alles wat los en vast zit: niet alleen vis (de makreel is natuurlijk ook een must), maar ook spek, eendenborst en zelfs boter. Heerlijk op een broodje met kaas, maar vooral verrukkelijk met warm roerei, als de boter een beetje gaat smelten en de rookgeur en –smaak optimaal loskomen. De home made crabcakes en quiche lorraine schijnen ook lekker te zijn, maar die probeer ik volgende keer.