Een kookboekenschrijfster die haar eigen recept in potjes in de supermarkt krijgt, hoe stoer is dat? Joke Boon bedacht van A tot Z een heel nieuw product, Saladeboontjes, in opdracht van de bekende Amsterdamse zuurfirma Kesbeke. Hoe is dat allemaal zo gekomen?
Bonologe
Als je iets met bonen wilt, dan moet je bij Joke Boon wezen, die weet er werkelijk alles van. Vooral sinds het peulvruchtenjaar 2016 waarin haar zeer inspirerende kookboek Bonen! verscheen, is deze bonologe onophoudelijk in de weer om de mensheid aan de bonen te helpen. Dus toen Oos Kesbeke bonen op zoetzuur wilde gaan maken en hij er niet uitkwam, belde hij Joke. Dat was een jaar geleden, vertelt ze. Oos had intussen ontdekt dat bonen heel anders werken dan augurken of zilveruitjes…
Uit elkaar vallen
“Bonen en zuur geven een bepaalde reactie,” legt Joke uit, “en dan blijven de bonen keihard. Je moet echt weten wat je ermee doet.” Ze bood aan om te helpen en ontwikkelde vijf verschillende mixen met peulvruchten, elk met een eigen opgiet (zoet-zuurmengsel). Die heeft ze gewoon allemaal thuis in haar eigen keuken uitgeprobeerd. “Met heel veel verschillende pannen en potten,” lacht ze, “want alle bonen moesten apart worden geweekt en gekookt. Ze hebben namelijk allemaal andere tijden en ik wilde niet dat de kleuren door elkaar gingen lopen. En zo kon ik ook testen welke boon zich er het beste voor leent, want sommige soorten vallen uit elkaar, en dat is natuurlijk niet de bedoeling.”
Proefsessies
Daarna volgden uiteraard allerlei proefsessies, maar iedereen was direct enthousiast: Joke zelf, Oos Kesbeke en zijn team, maar ook bonenleverancier Martin Jonas. Samen met zijn broer runt hij de Gebroeders Jonas, de grootste importeur voor gedroogde peulvruchten in Nederland. Joke ontwikkelt al langer recepten voor ze, en bracht ze in contact met Kesbeke voor dit nieuwe avontuur.
Aromatiseur
Maar we zijn er nog lang niet. Joke vertelt: “Thuis kon ik in elk potje één schijfje gember, één laurierblaadje of één takje rozemarijn toevoegen, maar dat is bij grootschalige productie natuurlijk niet te doen.” Daarom kwam er een aromatiseur aan te pas die de verse smaakmakers vertaalde naar natuuridentieke aroma’s die een constante smaak garanderen zoals zij het bedoeld had.
Stoofperenfabriekje
Het weken en koken kon natuurlijk ook niet in Joke’s keukentje blijven plaatsvinden, daarvoor werd een stoofperenfabriekje gevonden in Strijen, met grote ketels. Maar het was wel weer Joke die ze daar geleerd heeft hoe ze het moeten doen, want het luistert nauw. Daarbij heeft ze trouwens meteen een geheim procedé ontdekt, dat ze uiteraard niet wil onthullen, maar waar ze erg trots op is. Nee, het is allemaal helemaal nog niet makkelijk, zure boontjes produceren, zoveel is intussen wel duidelijk.
Zuur
Na het koken kwamen alle bonen per soort apart verpakt met een gekoeld transport naar Amsterdam, waar ze onder toeziend oog wederom van Joke bij Kesbeke werden gemengd, in potjes gedaan met opgiet en aroma’s en ten slotte gepasteuriseerd. Want natuurlijk zorgt het zuur voor de houdbaarheid, maar dankzij pasteurisatie blijven de boontjes nog langer goed in de kelderkast. En daarna was het een kwestie van een paar weken wachten tot de smaken goed waren ingetrokken.
In de winkel
Maar sinds deze week liggen ze in de winkel. Albert Heijn was enthousiast over het project en wilde drie mixen graag een jaar lang exclusief opnemen in het assortiment. Voor € 1,49 vind je er de Hollandse mix, de Griekse mix en de Mediterrane mix. Inclusief bovenop een piepklein receptenboekje van Joke, waarvan nog verschillende nieuwe edities zullen volgen. Want je kunt de boontjes natuurlijk gewoon zo eten, maar je kunt er ook iets mee doen.
Morgen een recept en een extra tip van Joke!