Van kleine dingen kun je heel erg gelukkig worden. Dat is belangrijk om te onthouden in het licht van de huidige wereldproblematiek en al het verkiezingsgeneuzel. Neem nou vanille, dat draagt echt bij aan het persoonlijke levensgeluk. Moet je wel echte vanille hebben, goeie. Niet die uitgedroogde, vaak driedubbelgevouwen stokjes uit de supermarkt. Die doen de naam ‘stokje’ weliswaar eer aan, maar feitelijk hoort vanille helemaal geen stokje te wezen. Vanille is een peul. Een lange, zwartglimmende zachte peul die in zijn binnenste een nog veel geuriger natte massa herbergt. En daar gaat het om.
Ik koop ze als ik in Parijs ben altijd bij G. Detou, al was het maar vanwege dat mooie glazen buisje, en anders zijn er volop online bestelmogelijkheden in Nederland. Koop er trouwens ook weer niet meteen honderd tegelijk, want ze drogen onherroepelijk uit. En dat zit je alsnog met taaie stokjes.
Ja, goeie vanille is prijzig, ja. Maar dan héb je ook wat. Kom jongens, niet van dat kneuterige. Levensgeluk mag wat kosten. Overigens kun je met goeie vanille vaak ook al toe met een half stokje; tel uit je winst. Bovendien – en dit zal de zuunige landgenoot zeker deugd doen – heb je van vanillestokjes dubbel plezier. Eerst de eruitgeschraapte zaadjes, in de saus, pudding, taart, vla, ijs, slagroom. Daarna de peul zelf, want die geurt nog steeds de tent uit, en daarmee maak je moeiteloos vanillesmaak voor de toekomst. In twee varianten: vanillesuiker en vanille-extract.
Vanillesuiker:
Stop de gebruikte peulen in een pot met suiker. Gewone kristalsuiker of basterdsuiker, of voor mijn part rietsuiker, alles kan. Gewoon vol blijven houden. Stokjes erbij, en ook de suiker regelmatig aanvullen en de boel even goed omschudden. Moet jij eens opletten hoe die pot na verloop van tijd gaat geuren. Daar kan geen zakje (chemische) vanillesuiker tegenop.
Wel even een tip: vanillestokjes die je hebt laten trekken in melk eerst goed afspoelen en afdrogen met wat keukenpapier.
Vanille-extract:
Ik was jarenlang van de zelfgemaakte vanillesuiker, maar er is nog een tweede methode. En die is eigenlijk nóg makkelijker. Stop alle gebruikte peulen in een flesje of potje met wodka. Binnen afzienbare tijd (zeg: een paar weken) heb je donkerbruin, buitengemeen geurige vloeistof. Een lepel of scheutje in je gebak is al voldoende. Ook hier geldt: gewoon stokjes blijven toevoegen. Gebruikte stokjes, uiteraard, het is doodzonde om de binnenste zaadjes niet eerst ergens anders voor te gebruiken.
(Let op: in de handel vind je ook kant-en-klare flesjes vanille-extract en vanille-essence. Verwarrend. Maar onthoud: essence betekent doorgaans aroma, lees: niet gemaakt van echte vanillepeulen maar van vanilline, synthetische vanille die ook in zakjes vanillesuiker zit. Aroma/essence is dus kunstmatig, maar belangrijker om te onthouden: het is vaak veel sterker, om niet te zeggen opdringeriger van geur. Dus pas op met de dosering.)