Een mens leert altijd weer bij, het leven is één grote éducation permanente. Neem nou bramen. Door schade en schande weet ik intussen dat je die altijd moet plukken met lange broek en dito mouwen, want bramenstruiken hebben de onhebbelijke gewoonte om innig verstrengeld te staan wezen met brandnetels – nog afgezien van hun eigen stekels natuurlijk. Ook een donker gekleurde outfit strekt tot aanbeveling, want bramen geven zeldzaam fraaie paarsblauwe vlekken die er slechts met heel veel moeite (en Diet Groothuis’ Grote Poetsboek) weer uitgaan. Lang zijn en/of zelfs een trapje meenemen is ook handig, want de lekkerste bramen zitten nooit en te nimmer binnen handbereik. Nee, als een braam het u lastig kan maken, zal hij dat beslist niet laten.
Tot overmaat van ramp bleek het deze zomer op mijn vaste bramenplukadresjes treurig gestemd. Te nat voorjaar? Te koude zomer? Wie zal het zeggen. Maar terwijl ik vorig jaar om dezelfde tijd met een volle emmer huiswaarts keerde, trof ik dit keer slechts groene en hier en daar hooguit bleekrode vruchtjes.
Nog lang geen zwartblauwe oogstweelde. Geduld is een schone zaak. Maar te lang wachten is ook weer een risico, dan blijkt soms alles al weg. Opgepeuzeld door de vogels, geraust door andere wildplukkers of gewoon zo’n beetje verdroogd in de zon. Mocht u ze eerdaags nog tegenkomen, sla uw slag. Ze zijn nooit zo mirakels groot en sappig als die van de groenteboer, maar klein en onooglijk maakt voor jam niet uit. Want als, ja áls er bramen zijn gescoord, dan geeft niets zoveel voldoening als zelfgemaakte bramenjam. Al was het maar omdat je bramenjam zo zelden tegenkomt in de winkel.
Uit een potje: Bonne Maman bramenjam
Inhoud: bramen, suiker, rietsuiker, geconcentreerd citroensap en pectine.
Zelf maken?
Nodig:
bramen
geleisuiker speciaal
paar takjes rozemarijn
eventueel 1 citroen
Ik neem liever geleisuiker speciaal, dan wordt het wat minder zoet dan met gewone geleisuiker. Hoeveelheden geven heeft geen zin, ik weet natuurlijk niet hoeveel bramen u gaat plukken. Hou gewoon de verhouding fruit-suiker aan als op de verpakking vermeld staat. Bramen niet wassen, dat wordt een kliederboel, wel zorgvuldig takjes en blaadjes en dingetjes verwijderen. Voor een snufje je-ne-sais-quoi mag ik graag rozemarijn toevoegen. Hoeveel? Tja. Te weinig en je proeft niks, te veel en het wordt zepig. Zeg: 1 ferme tak per 500 gram bramen. Meng bramen, suiker en fijngehakte rozemarijn in een grote pan door elkaar. Laat minstens een uur (of hele nacht) staan en schep af en toe om tot het een glimmend nat geheel is. Heus, dat bevordert de jamstructuur. Zorg voor brandschone potten (tip: dampend heet uit de afwasmachine) en zet die ondersteboven klaar op een schone theedoek. Leg een schoteltje in de vriezer. Zet de pan op het vuur en breng al roerend aan de kook. Blijf roeren. Giet na 5 minuten wat kokendhete jam op het ijskoude schoteltje: stolt het meteen tot jam, dan is de boel klaar. Zo niet: ietsje langer. Vul de potten tot de rand, draai de deksels stevig vast en zet de potten eerst een paar minuten ondersteboven. Laat afkoelen en beplak met kekke etiketjes.
Tips:
• Wat citroenrasp maakt de boel lekker fris en citroensap helpt ook weer voor een mooie jamstructuur.
• Gebruik een schenkkan om de potjes vol te gieten, of een brede trechter (tip: zelf knippen van een plastic waterfles) en een soeplepel.
• Liever iets te dunne dan te dikke jam is mijn devies. Ook heb ik persoonlijk liever veel kleine potjes (tevens leuke cadeautjes) dan een paar joekels.
• Kijk hier voor nog meer jammaaktips, inclusief de hardheidstest.
P.S. De smaak te pakken gekregen van het koken zonder pakjes? Dan zijn er mijn antipakjeskookboeken Koken met Karin Zónder pakjes & zakjes, het vervolg, dat luistert naar de titel Zónder pakjes & zakjes 2, of handig deel 1 + 2 samen in de voordelige dubbeldikke verzamelbundel Het grote zónder pakjes & zakjes boek .