Volgens mij eten wij zo weinig asperges omdat we niet goed weten wat we ermee moeten. Ja, koken, en dan opeten met ham en botersaus en een aardappeltje. Maar wat dan? Dat treft, het Nederlands Aspergecentrum heeft net onderzoek gedaan onder 1200 liefhebbers van het witte goud. De uitslagen zijn nog niet volledig geanalyseerd, maar de woordvoerster wilde me best alvast een eerste indruk geven. Wat blijkt? De traditionele bereiding staat inderdaad stationair op nummer 1, met daarna een hele tijd niks. Vooral de eerste keer van het seizoen ‘want dan hebben we er zo lang naar uitgekeken’. Edoch zowaar, er wordt toch ook steeds meer geëxperimenteerd, de horeca voorop, met grillen (‘de trend!’), wokken, salades en zelfs aspergetoetjes.
Ook bij mij thuis gaan de allereerste asperges steevast op klassieke wijze, maar daarna stappen wij al snel over naar de eigenlijke huisfavoriet: de Indische asperges van mijn vaste fotograaf Harold Pereira. Behalve begenadigd beeldtovenaar en schat van een man is hij ook een onvervalste lekkerbek. Tijdens de dagen- of soms zelfs wekenlange fotosessies voor mijn kookboeken gaat het steevast over eten. Ooit, een boek of zes geleden, verklapte hij mij tussen de sluitertijden door zijn lievelingsgerecht met asperges. Dat bleek een typisch geval van veni, vidi, vici. Het recept staat al jaren op mijn website, maar, geef toe, dat wist u niet, en heus, u móet het een keer (of twee, of drie) proberen, dus vandaar dat het nu ook eens in de krant mag. In de in de loop der jaren iets aangepaste versie zoals wij hem thuis inmiddels blind maken.
Nodig voor 4 personen:
1 kilo asperges
6 eieren
400 g smaaktomaten (type Tasty Tom)
1 grote ui
2 knoflooktenen
± 5 cm verse gemberwortel
1 serehstengel
1 salamblaadje (of laurier)
1 (suiker)klontje trassi
1 (suiker)klontje palmsuiker (of 1 eetl bruine basterdsuiker)
2 theel sambal badjak
1 scheut ketjap manis
snufje zout
scheutje plantaardige olie
Lekker erbij: (pandan)rijst
Breng alvast een pan half gevuld met water en wat zout aan de kook voor de asperges. Snipper de ui en de knoflook en fruit glazig in een scheutje olie in een braadpan. Schil de gember, hak in stukjes en fruit even mee. Snij de tomaat in stukken en voeg toe. Kneus de sereh, leg er een knoop in en doe in de pan, samen met salam/laurierblad, trassi, suiker, sambal, ketjap en wat zout. Laat 10 minuten zachtjes pruttelen onder een deksel. Schil intussen de asperges met de dunschiller en verwijder de houtige uiteindes. Snij in stukken van 4 cm lang en blancheer 4 minuten, op laag vuur, onder een deksel. Giet af en laat uitlekken. Nee, ze zijn nog lang niet gaar, maar dat komt nog. Voeg toe aan de saus en giet er een scheutje water bij als het te droog oogt. Laat het geheel 20 minuten nog steeds onder een deksel zachtjes sudderen tot de asperges goed inprikbaar zijn. Schep af en toe voorzichtig om. Kook intussen rijst (ik doe dat gewoon in het kookwater van de asperges) en eieren. Pel de eieren en laat op het laatst nog even meewarmen en kleuren in de saus.
Serveren: Verwijder sereh en salam. Maak met een kopje torentjes van rijst. Schep de asperges met de saus eromheen. Garneer met gehalveerde eieren.
Tips:
- De trassi (garnalenpasta) is dermate cruciaal voor de smaak dat ik alle niet-vegetariërs met klem adviseer om hem vooral niet achterwege te laten. Nee, er is helaas geen vega alternatief.
- Het wordt een smeuïg geheel, maar er is geen sprake van een echte plens saus. Wie dat wel wil, voegt extra tomaat en water toe.
- Een beetje Indo verdubbelt de sambal, maar dat moet u zelf weten. Te pittig uitgevallen? Wat extra suiker erbij.
Dit recept verscheen eerder in Trouw (©: Koken met Karin).
P.S.
Waar zijn de pakjes en zakjes? Die blijven even in de kast want dezer weken zit ik in een aspergeserie. Lees hier mijn aspergereportage.