Ik krijg vaak de vraag waar de grens ligt. Wat zijn ‘pakjes en zakjes’ en wat niet? Het antwoord is heel simpel: de grens ligt waar eenieder hem zelf trekt. Je heb mensen die zweren bij zelfgeklutste yoghurt en eigengemaakte worst en huisgestookte likeur. Mij te veel gedoe, maar ik gun mensen graag hun hobby, zeker als ze er geen vlieg kwaad mee doen.
Nog zoiets: e-nummers. Waarom zou je daar per definitie tegen zijn? Zuurstof heeft ook een e-nummer, net als bijenwas. Hoe krijg je anders babyblauwe cupcakes en hoe vaak blijkt een bouillonblokje niet ’s mens redding?
Ook ben ik beslist niet tegen blikjes of potjes met ingrediënten. Ik voel domweg niet de behoefte om zelf tomaten en sardientjes in te blikken of kappertjes in het zout te fietsen. Ik zou me geen raad weten zonder doperwten en bladerdeeg in mijn vriezer, zonder augurken en mosterd in mijn koelkast, zonder hagelslag en spaghetti in mijn voorraadkast.
Persoonlijk laat ik mij bij het doe-het-zelven vooral leiden door de overbodige onzinnigheidsfactor. ‘Mix voor puntjepuntje’ die bestaat uit een deerniswekkende verzameling zout, suiker, smaakversterkers, aroma’s, kleuroppeppers, antiklontermiddelen, voedingszuren en conserveermiddelen terwijl je de relevante ingrediënten er nog zelf bij moet aanschaffen. Kijk, dáár trek ik graag tegen ten strijde.
Maar goed, af en toe mag ook ik graag nodeloos wat dingen uitproberen, puur voor de lol. Zoals laatst die roomboter. Of nu weer deze zelfmaakpitabroodjes voor bij de falafel. Mocht u ze liever gewoon kopen in de supermarkt, gelijk hebt u. Daar is namelijk helemaal niks mis mee.
Uit een pakje: Rivercote pitabroodjes
Tarwebloem, water, gist, zout, dextrose.
Zelf maken?
Nodig voor 8 stuks:
300 g bloem
200 ml lauw water
1 zakje droge gist (à 7 g)
1 eetl olijfolie
1 theel zout
Doen:
Doe de bloem in een grote kom. Strooi zout aan de ene, gist aan de andere kant. Maak een kuil, giet daar water en olie in en roer met een vork tot alles gemengd is. Kneed dan verder met de hand op het aanrecht tot een mooi soepel deeg hebt. Reken op 10 minuten, echt, daar krijgt u de lekkerste broodjes van. Hoewel u van mij ook een mixer met deeghaken mag inzetten. Maak er een bol van, doe terug in de kom en laat afgedekt met plasticfolie op een warme plek 1 uur rijzen en in omvang verdubbelen. Verwarm intussen de oven voor op 225 °C. Snij het deeg in acht gelijke stukken en rol er bolletjes van. Leg op twee vellen bakpapier en plet met de palm van de hand tot platte rondjes van Ø 12 cm. Of rol ze uit met een deegroller. Leg met papier en al op twee bakplaten. Bak in ± 8-10 minuten lichtbruin en iets opgebold. Verpak meteen uit de oven in een schone theedoek en laat ze zo wat afkoelen en zacht worden. Opwarmen kan altijd weer in een hete oven, reken op een paar minuutjes.
Tip:
Het volkorenmantra heerst; we moeten volkorenpasta, volkorenrijst en volkorencroissantjes. Goed nieuws: u kunt deze pitabroodjes ook prima bakken met volkorenmeel. Het werkt alleen wel wat anders dan gewone bloem. Zo blijft het deeg wat taaier tijdens het kneden, dus voeg eventueel een extra drupje water toe. Ook het rijzen gaat langzamer, reken op zeker anderhalf uur. Alleen vond mijn testpanel de witte versie toch unaniem het lekkerst. Daar sta je dan, met je goeie gedrag.
P.S. De smaak te pakken gekregen van het koken zonder pakjes? Dan zijn er mijn antipakjeskookboeken Koken met Karin Zónder pakjes & zakjes, het vervolg, dat luistert naar de titel Zónder pakjes & zakjes 2, of handig deel 1 + 2 samen in de voordelige dubbeldikke verzamelbundel Het grote zónder pakjes & zakjes boek .