Kijk, het is eigenlijk heel simpel. Gisteren vond de Europese conferentie ‘Productverbetering voedingsmiddelen door reductie zout, suiker en verzadigd vet’ plaats in Amsterdam, georganiseerd door de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en Economische Zaken. Boegbeeld minister Edith Schippers was in haar nopjes met de uiteindelijke afspraak om voedingsproducten stap voor stap gezonder te maken door het verminderen van zout, verzadigd vet en suikers.
Kijk, hier komt ze aan het woord in RTL Nieuws, en als je goed oplet, zie je mij ook nog even voorbij komen.
Maar laten we wel wezen, gaat het erg veel zoden aan de dijk zetten als Coca Cola een half klontje minder suiker in de cola doet? Nee toch? Je moet er gewoon geen hectoliters van drinken. Ook niet van de light versie.
Het is natuurlijk zeer lovenswaardig als de industrie gaat proberen om ‘stap voor stap’ minder zout, vet en suikers toe te voegen aan hun producten, maar eh, beloven ze dat niet al jarenlang? Neem Maggi. Mijn acht jaar geleden al favoriete voorbeeldpakje ‘Hollands pannetje champignon, prei en kip’ is inmiddels nog steeds vooral rijk aan aardappelzetmeel (lees: vulmiddel voor een sausachtige substantie) maar de smaakversterkers (E621, E631 en E67) zijn verdwenen. Er zit iets minder zout in (van 67% naar 49% van de dagelijkse gemiddelde referentie-inname), maar een fractie meer suiker (van 5,1 gram per portie naar 6,1 gram) Maar het belangrijkste: je moet de kip, prei en champignons er nog altijd zelf bij kopen. Dit zakje blijft even overbodig als voorheen, want een sausje maken kunnen we allemaal met wat spulletjes uit de eigen voorraad.
Of neem Honig. Die deed 8 jaar geleden een half procent (0,5%) asperges in de Limburgse aspergesoep, en anno 2016 is daar nog helemaal niets aan veranderd. Wat schieten wij als toch-al-te-weinig-groente-etende consument daarmee op? Niks, nada, noppes. Ook niet als Honig in advertenties tegenwoordig blijmoedig adviseert om er een extra toefje peterselie en/of lente-uitje bij te serveren.
We moeten de oplossing niet bij de industrie leggen. Kom op zeg, we zijn zélf verantwoordelijk voor wat we eten en drinken. Bovendien, zielig maar waar, de industrie is helaas zelf ongeneeslijk verslaafd aan zout, suiker en vet, omdat ze zonder die (goedkope) smaakmakers nu eenmaal niet weten hoe ze hun producten lekker moeten krijgen. Want vanwege de grootschalige productie en de gewenste lange houdbaarheid (wij consumenten eisen overigens zélf dat soep minstens een jaar houdbaar blijft, vertelde me de Knorr-kok), moeten er een hoop technische ingrepen worden uitgevoerd. Reuze knap allemaal, maar het gaat allemaal ten koste van de smaak. Lees het boek Zout, suiker, vet van Michael Moss er maar op na, of mijn interview met hem in Trouw.
Maar het is, zoals ik al zei, heel erg simpel. Ga zelf koken, met verse producten. Blijf aan de zijkanten van de supermarkt, waar alle verse ingrediënten staan, en blijf uit de buurt bij alle bewerkte pakjes & zakjes in het midden. (Hou dit overigens aan als algemene richtlijn. In het midden vind je ook onmisbare basisingrediënten als blikken tomaat en olijfolie. En aan de randen bij de koelkasten vind je ook malligheden als Wolkentoetjes waar een aardbei overheen is gevlogen.)
Koken is om meerdere redenen belangrijk. Kijk maar naar de prachtige nieuwe 4-delige documentaire Cooked op Netflix van Michael Pollan.
Wat zegt Pollan?
* Koken is wat ons menselijk maakt, wat ons uniek maakt.
* Koken heeft een emotionele waarde (zeg nou zelf: wie zou er geen moord doen om nog één keer de hachee van z’n oma te kunnen proeven?)
* Koken geeft plezier.
* Maar ook en vooral: koken maakt je onafhankelijk.
Neem het heft in eigen handen. Wees baas over eigen buik. Focus op verse groente en fruit, en wat minder vlees. Vergeet die heerlijke heilzame bonen niet. En doseer zelf zout, suiker en vet. Oh, en vet is niet fout hè? Dat hebben wetenschappers een tijdje geroepen, met de idiote light-rage tot gevolg waarbij vet massaal werd vervangen door suiker. Nee, vet is goed, vet heb je nodig. En met roomboter is ook helemaal niks mis.
Kortom: we zijn weer helemaal bijgepraat. Simpel, is het niet?