Gisteren was ik een dagje bij de eindejaarsstudenten Food Technology en Food Innovation (voorheen Food Design) van de HAS Hogeschool in Den Bosch. Zeg maar de pakjesenzakjesmakers van morgen, al is het de vraag of de Unilevers en Maggi’s elk jaar wel plek hebben voor 85 vers afgestudeerden, en dat aantal blijft ook nog eens jaarlijks stijgen, maar goed. Tijdens de ‘HAS Food Experience’ mochten industrie, pers en overige geïnteresseerden komen kijken naar 60 gepresenteerde foodconcepten voor de toekomst. Alles is hier trouwens bij voorkeur in het Engels en de boel (‘Food Chain Reaction’) was onderverdeeld in vier afdelingen: Agri & Ingredients (uitgaande van ingrediënten zelf), Factory (technische verbetersnufjes), Channel (retail, horeca en andere verkoopkanalen) en Consumer (gericht op een al dan niet specifieke doelgroep). Wie weet wat we binnenkort ook in het echt gaan tegenkomen? Een voorproefje.
Groente bleek hot, en dan vooral de problematiek van het te weinig eten ervan. Maar dat lossen we straks wellicht op met gedroogde groentestrooisels voor over de boterham met kaas of gedroogde groentechips voor in de dip.
En wie z’n groente toch liever gekookt heeft, die gooit er een koffiepad-meets-kruidenbuiltje in met in ieder geval kerrie en nog wat geheime specerijen. Die had ik graag willen proeven maar dat ging helaas niet ‘want er mag hier niet gekookt worden’.
Ook bleek menig student in de bonen gedoken, wat leidde tot kikkererwtenzoutjes met tandoorismaak en kikkererwtenrepen met cranberries voor ondervoede bejaarden waar volgens mij menig kunstgebit aan gaat blijven plakken. Of ontbijtrepen van dubbelgedopte tuinbonen, niet specifiek voor bejaarden maar voor iedereen, maar wel net zo plakkerig. Er was zelfs driekleurige pasta van linzen, die ik ook al zo graag had willen proeven, maar die gelegenheid was er niet, helaas. Dus het bleef bij kijken.Overigens bleek dit concept er later met de hoofdprijs vandoor te gaan, want ja, prijzen (‘FoodManShip Awards’) waren er ook.
Tussen het jeugdige spul stond af en toe ook ineens een commerciële partij. Een sponsor van de opleiding. Zoals een firma met een zoetesmaakverhoger, ‘nee, u mag het beslist géén zoetstof noemen’. Ik mocht aardbeienyoghurt met 3% suiker proeven en daarna dezelfde yoghurt waar een snufje wonderspul aan was toegevoegd. Tja, de consument houdt van zoet, zoeter, zoetst, maar ik vond de basisversie stiekem smakelijker. Maar goed, wat weet ik er nou van?
De Factory-afdeling was een beetje een ver-van-mijn-bed-show, met bijvoorbeeld gedroogd rauwekoemelkpoeder (schijnt een heel moeilijk procédé te zijn) en een nieuw soort zeefje om in de melkfabriek de room beter van de melk te kunnen scheiden. Gelukkig stonden er ook dames met écht lekkere winegums (met echte wijn erin) en iemand met een soort visworst voor op brood, om kinderen meer vis te laten eten, in combinatie met leuke vissige kleurplaten. Ik ben dol op een broodje makreel, gerookte zalm of zelfgemaakte tonijnsalade, maar dit heb ik na één hapje toch maar heel discreet ergens in een plantenbak gedeponeerd. Nu ja, het was nog een prototype natuurlijk. Overigens bleek dit product later wel de Aanmoedigingsprijs te hebben gewonnen, maar ach, wat weet ik er nou van?
De Consumenten-zaal bevatte onder andere saus in zakken en muësli juist weer in pakken. En biefstuk in plastic, om eerst in een waterbad te pocheren en daarna alleen nog even aan te bakken, net als in een modern sous-viderestaurant, maar dan thuis. Er stonden wat studentes bij te kijken die dat bakken maar gedoe vonden, ‘alleen in een zakje zou echt véél handiger wezen’. De bijbehorende ontwerpstudent was nergens te bekennen, dus ik probeerde bij te springen met opmerkingen over dat bakken juist zorgt voor de smaak en de Maillard-reactie, weetjewel, maar de dames negeerden mij en schoven snel door naar de volgende stand. Inderdaad, waar bemoei ik me ook mee?
Verder waren er eierkoeken met 17% minder suiker en ‘grootmoeders boterkoek’ met 50% minder vet (maar wel palmolie) en uiteraard was er ook aan lastige kleine etertjes en glutenmijders gedacht en zelfs aan mensen die niet kunnen ruiken. Allemaal vergeten op de foto te zetten, want de vermoeidheid begon eerlijk gezegd toe te slaan.
Oh, en ik vergeet helemaal de afdeling Chain, met allerhande concepten voor bijvoorbeeld restaurants, maaltijdboxen of personeelsuitjes. En ook een concept voor kruidenthee in de horeca, geserveerd op een scheef plankje waardoor ik de boel per ongeluk meteen omstootte. Ach, ook dit is natuurlijk nog een prototype, dacht ik, maar nee, het plankje bleek bewust scheef want dat was meer echt. Meer ruig. Meer hipsterproof. Of zoiets. Enfin, er was in ieder geval over nagedacht.
Maar met stip het allergekste van de hele dag waren spuitbussen in drie smaken waarmee je in 40 seconden cake in een bekertje kon maken in de magnetron. Ahrgh, de Mug Cake 2.0! Ik dacht dat we daar juist vanaf moesten?
Enfin, ik probeerde die met sinaasappel, dat leek me de minst hysterische smaak. Het knaloranje goedje smaakte desondanks gevaarlijk chemisch, en was van een unheimische substantie. ‘Zonder vet!’ probeerde een van de enthousiaste vier presenterende studentes nog manmoedig. Ik gaf mijn bekertje snel door aan een andere persmuskiet, die het dankbaar (‘Lekker hoor!’) leeglepelde. Dit concept werd aan het eind van de dag trouwens beloond met de Publieksprijs. Waarmee eens te meer is bewezen dat ik er toch werkelijk de ballen verstand van heb.
Over ballen gesproken. Hét Bossche food design concept aller tijden is natuurlijk al decennialang onverslaanbaar. En ik nam er uiteraard een paar mee naar huis: