De doorgewinterde culi die regelmatig de kleine lettertjes leest op pakjes en zakjes kijkt nergens meer van op, maar zelfs ik moest even slikken bij het lezen van het boek Slik je dat? van de Engelse onderzoeksjournaliste Joanna Blythman. Want ja, het is allemaal nog veel erger dan je denkt. Ze begint trouwens met een realistische opmerking dat heus ook zij met een druk leven niet de tijd heeft om alles zelf te maken, daar is geen beginnen aan. Maar ze heeft naar eigen zeggen “nog nooit iets kant-en-klaars gegeten dat ook maar enigszins naar de thuiskeuken smaakt. De smaak is zeker verbeterd, maar na uitpakken en opwarmen doen ze nog steeds vooral aan de zielloze warme maaltijden van gierige luchtvaartmaatschappijen denken. De bruinige derrie, de overdreven tomatensoepgeur, de uniforme texturen en consistenties, de beige sauzen die stijf staan van het zetmeel, de voorspelbaar dominante combi van zoet en zout met de onvermijdelijke dorst die volgt… Kant-en-klare maaltijden hebben voor mij niets met echt eten te maken.”
Kostenverlaging
Dat zet al meteen de toon. En daarna duikt ze de diepte in, want echt, ze heeft zich er niet met een jantje-van-leiden afgemaakt. De voedselindustrie mag graag doen alsof ze “gewoon een uitvergrote versie van een thuiskeuken” is, niets is minder waar. Ingrediënten (vlees, groente, ui, knoflook, kruiden) worden steevast voorbewerkt en vaak diepgevroren van over de hele wereld ingevlogen. Nog handiger qua opslag zijn producten in poedervorm, zoals eieren, boter en room. Alles wordt bepaald door de continue wens tot kostenbeheersing, of liefst – verlaging. Dat de smaak van het eindproduct al bij voorbaat op achterstand staat, is kennelijk niet relevant. Dat krikken ze wel weer op.
Clean labeling
Over smaak valt niet te twisten, over andere zaken wel degelijk. Zo heeft de industrie een tijd lang geprobeerd mensen die etiketten bestuderen en E-nummers vermijden weg te zetten als hysterische types, want “fabrieksvoedsel is veiliger dan ooit”, maar toen dat niet bleek te werken, werd het middel van clean labeling in de strijd gegooid: additieven en E-nummers verwijderen van het etiket en/of vervangen door andere termen, zodat het allemaal niet meer chemisch of kunstmatig klinkt.
Nepvers
Niets is wat het lijkt. Neem nou het woord ‘vers’. Voor supermarkten en voedselfabrikanten betekent het woord vers iets heel anders dan wat wij consumenten eronder verstaan. Vers staat voor producten die behandeld zijn om hun houdbaarheid te verlengen. Vers = verlengd houdbaar.
Het voert te ver om het hele boek hier na te vertellen, je moet het zelf maar lezen. Heus, die 109 pagina’s lezen als een trein. Wie denkt dat het taaie kost is, kan ik namelijk gerust stellen. Blythman schrijft juist heel beeldend en vaak geestig, zoals over “slabladeren uit een zak [die] flauwvallen als een heldin in een stomme film, zodra ze met echte lucht in aanraking komen.”
Beter dan de natuur
Even hilarisch als dieptreurig is haar bezoek aan een megabeurs op het gebied van voeding. Nu ja, ‘voeding’? Er valt niets eetbaars te vinden, wel een hoop geknutsel in de vorm van wonderproducten (‘oplossingen’) waarmee fabrikanten kunnen besparen op duurdere ingrediënten. Ze neemt je mee naar de wondere wereld van ingenieurs en wetenschappers, mensen die van nature in een laboratorium of fabriek staan, niet in de keuken, op het veld of in de boerderij. Die allemaal vinden: “wat de natuur doet, kunnen wij veel beter en winstgevender.”
Nepproduct margarine
In een sneltreinvaart praat ze je bij over smaakstoffen, kleurstoffen, conserveermiddelen en antioxidanten. Over vleeslijm en andere ‘hulpstoffen’ die in die hoedanigheid niet vermeld hoeven te worden op het etiket. Over waarom je nooit meer ‘Yoghurt Griekse stijl’ moet kopen (maar gewoon zo’n lekker emmertje bij de Turk moet halen). Over de uit de hand gelopen kruistocht tegen vet, inclusief de onzin van margarine: “Dat officiële voedingsadviseurs geen gelegenheid voorbij laten gaan om zich op te werpen als verdedigers van een totaal kunstmatig nepproduct [margarine, KL], spreekt boekdelen over hun gebrek aan begrip voor wat goed voedsel is. En belicht tegelijkertijd een misselijkmakende band met de voedselindustrie en de dubieuze producten daarvan.”
Jazeker, het is allemaal erger dan je ooit had kunnen bedenken. Geen vrolijkmakend boekje, maar dat had je aan de hand van de ehm, nogal spuuglelijke cover zelf al kunnen bedenken. Wel een belangrijk boek voor wie iets meer wil weten over wat wij ons met z’n allen vaak aan laten smeren om in onze mond te stoppen.
Joanna Blythman, Slik je dat?, uitgeverij Bouillon, ISBN 9789077788493, € 17,50