Op onze nationale feestdag maak ik mij het liefst uit de voeten. Vroeger met Koninginnedag, maar tegenwoordig evenzogoed met Koningsdag. Als student vond ik het nog wel geinig, alles en iedereen gehuld in oranje, ikzelf incluis, zwieren door de stad, snuffelen tussen de rommelspulletjes, oranje versnaperingen nuttigen, me verkneukelen over alle buitenissige types met hun creatieve geldverdienverzinselen (30 mariakaakjes eten en dan het Wilhelmus fluiten! Op de foto met een bordkartonnen Trix!).

Maar inmiddels kan ik niet meer zo goed tegen al die drukte en dat lawaaiige feestgedruis. De laatste paar edities bracht ik steevast door bij vrienden buiten. Een beetje helpen klussen in hun nieuwe huis, frutselen in de moestuin, bijkletsen in het prille lentezonnetje, potje scrabble, is het al tijd voor een glaasje? Mijn enige voorwaarde is dat ik een oranje tompoes wil. Die blijken op de dag zelf niet overal even makkelijk verkrijgbaar, dus neem ik ze zelf maar mee, want bij mij om de hoofdstedelijke hoek zijn alle bakkers gewoon open.

Dit jaar heb ik iets anders bedacht: ik bak zelf oranje koeken. Al weken liggen ze naast de supermarktkassa in een cellofaantje, als een variatie op de overbekende roze koeken.

Alleen dat oranje glazuur is lastig. Gewone appeltjes van oranje geven geen oranje, maar geel glazuur. Gelukkig is het nog nét het seizoen van de rode bloedsinaasappelen. Die geven van zichzelf weliswaar roze glazuur, maar gemixt wordt het zowaar oranje. Bescheiden pastelkleurig oranje. Wie echt knal wil, moet aan de levensmiddelenkleurstof, zoals bakker en fabriek immers ook doen.

Zelf maken? Mijn recept voor oranje koeken is intussen opgenomen in mijn kookboek De vrolijke tafel . Maar vooruit, speciaal voor Koningsdag zet ik het recept weer even online:

Nodig voor 12 stuks:
60 g gemalen amandelen
50 g bloem
100 g roomboter (kamertemperatuur)
75 g suiker
2 eieren (kamertemperatuur)
1 sinaasappel
2 eetl oranjebloesemwater (Turkse winkel)
snufje zout
boter en bloem voor invetten vorm

Glazuur:
100 g poedersuiker
1 bloedsinaasappel

Oven voorverwarmen op 160 °C.
Kwast een muffinvorm (12 holtes) grondig in met boter en bepoeder met bloem. Klop met de mixer de boter met de suiker vijf minuten lang tot zachtgeel en romig. Klop een voor een de eieren erdoor, met alvast de bloem in porties, tegen het schiften. Rasp met een fijne rasp de schil van de schoongeboende sinaasappel erboven, voeg sinaasappelbloesemwater en een snufje zout toe en klop kort door elkaar. Spatel ten slotte de gemalen amandelen erdoor. Verdeel het luchtige beslag over de muffinholtes. Leg er een platte bakplaat op, dat houdt het rijzen tegen; we willen koeken, geen cakejes. Bak 15 minuten in de oven. Verwijder de bakplaat en geef de bleekneusjes nog 2-3 minuten. Niet te lang, dan worden ze droog. Laat helemaal afkoelen.
Glazuur: Pers de gewone en de bloedsinaasappel uit. Meng tot een donkeroranje sap. Zeef. Doe de poedersuiker in een kom en roer er ± 2 eetl sap doorheen tot het een stevig zalmoranje glazuur is (en drink de rest van het sap lekker op). Verdeel direct met de achterkant van een lepel uit over de koeken. Laat opstijven.

TIPS:
• Geen bloedsinaasappel? Meng gewoon sinaasappelsap met een drupje bietensap.
• Liever écht knaloranje? Eén drupje rode levensmiddelenkleurstof plus twee drupjes geel.
• Wie zeer koningsgezind is, kan zich nog extra uitleven: maak met nog wat poedersuiker en een pietsje water een stevig wit glazuur, doe in een klein spuitzakje en spuit een kroontje bovenop. En dan verkopen op de vrijmarkt natuurlijk.

CORONA-UPDATE:
Alles is anders, met dank aan de coronapandemie. Koningsdag is Woningsdag, want alle festiviteiten zijn afgelast en we dienen er binnen in onze eigen woning een feestje van te maken. Daarom heb ik de oranje koeken dit keer versierd met kroontjes en huisjes. Maar doe zelf gerust iets anders. Ik zeg: leef je uit en maak er iets vrolijks van!