Boerenkool is zo hip, dat zelfs Amerikanen er massaal aan zijn gaan geloven, en dan noemen ze het ‘kale’ en ‘superfood’. Niet in de vorm van stamppot overigens, maar als vegan chips of in healthy sapjes. Toen boerenkoolleverancier Vezet mailde of ze me wat nieuwe boerenkoolproducten mochten langsbrengen, was ik dan ook benieuwd. Maar het bleken ‘gewoon’ drie verpakkingen koelverse flintergesneden kool voor in de supermarkt. Handig voor luie mensen die het te ingewikkeld vinden om zelf een stronk boerenkool in stukjes te snijden. Daar is op zich helemaal niks mis mee uiteraard, kool is en blijft kool, al kan ik het niet nalaten om nog even te vermelden dat een hele stronk a) goedkoper is en b) veel langer houdbaar. Maar goed, gemak dient de mens.
Een van de drie was een pakket voor boerenkoolsoep, bestaande uit een minderheidsgroepering boerenkool aangevuld met tomaat, ui, gele wortel en prei plus een eerlijk gezegd nogal onsmakelijk ogend zakje met ‘smaakmaker’, bestaande uit water, raapolie, zout, room, mosterd, suiker, gistextract, azijn, uipoeder, aroma, knoflookpoeder, gemodificeerd aardappelzetmeel, weipoeder, specerijen, citroenconcentraat en xanthaangom. Die had de soep ook echt nodig, zonder bleef het gewoon waterige kool, en uiteindelijk leverde het dan ook een best eetbaar soepje op – voor de gezelligheid en ter doorbreking van dat boerenkolige groen met wat ongepureerd gelaten groente bovenop – maar de geur was niet echt plezant. Niet mijn kopje thee.
Nee, dan liever roerbakken met boerenkool, dat is veel lekkerder! Dat recept doen we morgen. En daarna nog eentje, dan met cavolo nero – de frivole neef van boerenkool.