We gaan het langzaam maar zeker wat moeilijker maken in deze kerstfeestdessertserie. Maar kom op, u houdt wel van een uitdaging, toch? Een klassieke charlotte is een Frans dessert in – excusez le mot – bloempotvorm bestaande uit een romige bavarois omhuld door lange vingers en traditioneel voorzien van een grote feeststrik. Maar wie eens echt uit wil pakken, maakt een charlotte royale. Daarin geen lange vingers maar een omhulsel van plakjes oprolcake met een zwierig laagje jam ertussen. In een bolvorm ziet hij er het mooiste uit.
Al was het maar omdat rood zo kerstig is, heb ik gekozen voor eentje met aardbeien, maar dan wel exemplaren die in het volle seizoen in de vriezer gekieperd zijn, die hebben nu meer smaak dan die vers ingevlogen witte bonken. (Tip: diepvriesaardbeien van de natuurwinkel zijn beduidend geuriger dan die van de grootgrutter.)
Om het extra bijzonder te maken gaat er verveine in, alias ijzerkruid of verbena, te vinden in de theewinkel. Maar u kunt ook kiezen voor een vanillestokje (klassiek!) of jasmijnthee. Of voeg samen met de aardbeien een scheut oranjebloesemwater, rozenwater, vlierbloesemsiroop, cointreau/grand marnier toe aan de bavarois. Fijngehakte munt of basilicum is ook een idee.
En nu aan de slag. De oprolcake kan alvast de dag tevoren, de charlotte zelf maakt u het beste op de ochtend van het (kerst-)diner.
Zelf maken?
Tant pis! (Da’s Frans voor ‘helaas pindakaas’). Dit recept staat niet meer online omdat het intussen namelijk is opgenomen in mijn Franse kookboek De makkelijke Franse keuken. Verkrijgbaar in de boekhandel of te bestellen via deze website.
Kijk, zo ziet ‘ie eruit in het boek (foto Harold Pereira):