Ik hou van wortelen en van de oven. Geïnspireerd door het gisteren besproken boek Nieuwe Klassiekers maakte ik daarom Donna Hay’s “Met honing en citroentijm gegrilde worteltjes”. Waarbij ze volgens mij roosteren bedoelt, niet grillen. De citroentijm op mijn balkon is helaas ter ziele, maar met gewone tijm kan het ook prima. Bovendien dook er in mijn voorraadkast ineens een potje tijmhoning op, dat uitstekend van pas kwam. Ook hier geldt echter: met gewone honing kan het ook. Tot overmaat van feestvreugde bleek Albert Heijn ineens van die gezellige regenboogworteltjes te verkopen, dus die werden het. Al zijn ze in de verpakkingsfabriek wel een beetje liefdeloos afgehakt om ze in het plastic bakje te krijgen. Maar nu ja. En wellicht ten overvloede: gewone oranje bospeentjes doen het ook.
Was de wortelen en schrap ze als je de behoefte voelt, maar die voel ik zelden. Verdeel over een met bakpapier beklede bakplaat. Besprenkel met wat olijfolie, losgeriste tijm, zwarte peper uit de molen en zeezout. Mevrouw Hay giet er dan 60 ml honing over, maar dat vond ik wat al te gortig, gewoon een beetje een sliertje knijpen à la een lepeltje of twee is meer dan genoeg. En dan husselen. Er moet eigenlijk ook nog een kneep citroensap bij, maar die vind ik lekkerder om toe te voegen ná de oven. Een klein half uurtje in de oven op 200 graden is ruimschoots genoeg om ze zacht te krijgen. Ze kunnen ergens bij (kip uit de oven!), maar ik serveerde ze gewoon los, bij wijze van voorgerecht. Heerlijk!