Al meteen na de zomer belde de redactie van Trouw ‘of ik alvast kon nadenken over de kerst’. En dan niet over kalkoen en consorten, nee, over toetjes. Want die zouden vaak de ondankbare sluitpost zijn van het kerstdiner. Menigeen, moe na bedenken en bereiden van voor-, hoofd- en bijgerechten, zou namelijk ‘maar wat doen’. Onbegrijpelijk. Ik ben zo iemand die in een restaurant op de menukaart eerst naar de desserts kijkt, om daar de rest op te kunnen afstemmen. Mijn eigen etentjes hebben altijd een zoete afsluiter. Juist bezoek over de vloer is een mooie aanleiding om eens groot uit te pakken. Wat overigens niet wil zeggen dat je daarvoor dagen in de keuken moet staan; topchefje spelen is zó 2013.
Ter afwisseling van al die doodgewone antipakjesrecepten zijn de komende weken gewijd aan feestelijke doch reuze maakbare desserts. Geen vlaflip met blikmandarijntjes, geen pakjespudding en uiteraard vanwege het seizoen al helemaal niks met verse aardbeien. Wat dan wel? Een complete serie nagerechten met gegarandeerd oh-en-ah-effect. Officieel alvast voor het kerstdiner alhoewel u natuurlijk ook een willekeurige andere aanleiding mag aangrijpen. Variërend van vrij simpel tot iets meer werk, maar daarom begin ik nu vast, dan kunt u de hele maand november lekker oefenen. En heeft u meteen een plezierig-nuttige manier om al die oeverloze donkere weekenddagen door te komen.
We beginnen met een vrolijk rode cheesecake met cranberry’s die prima de dag tevoren kan worden gemaakt. Hij is wel heavy, zeker na een complete maaltijd, dus serveren in kleine puntjes. Voordeel: u bent met veel bezoek lekker snel klaar.
Nodig voor 10-12 personen:
Deeg:
150 g zelfrijzend bakmeel
100 g boter (kamertemperatuur)
50 g witte basterdsuiker
snufje zout
Doe meel, boter in stukjes, suiker en zout in een kom. Snij met twee messen tot het klontert. Voeg 1 eetl koud water toe en kneed met de hand snel tot een soepel, vrij zacht deeg. Laat in folie een half uur in de koelkast rusten. Verwarm intussen de oven voor op 140 ºC. Klem een stukje bakpapier op de bodem van een springvorm (Ø 24 cm) en vet in met wat extra boter. Duw het deeg dun uit op de bodem en maak een opstaand randje van ± 2 cm hoog. Zet terug in de koelkast en maak de vulling.
Vulling:
1 bakje ricotta (250 g)
2 bakjes roomkaas naturel (à 185 g, type Philadelphia)
100 g witte basterdsuiker
3 eieren
1 vanillestokje
1 sinaasappel
Klop eieren en suiker 5 minuten tot licht en mousse-achtig. Doe ricotta en roomkaas (allebei op kamertemperatuur) plus het uitgeschraapte merg van het vanillestokje erbij. Rasp de helft van de sinaasappelschil erboven fijn (bewaar de sinaasappel). Mix alles door elkaar tot een glad, luchtig geheel. Giet in de taartvorm. Bak iets onder het midden van de oven in 1 uur gaar. Haal uit de oven, laat in de vorm uitdampen en maak de compote.
Cranberrycompote:
1 zak verse cranberries (300 g)
100 g suiker
½ theel kaneel
2 cm verse gember
1 blaadje gelatine
Week de gelatine in een bakje koud water. Rasp de andere helft van die sinaasappel van de vulling boven een pan, pers hem daarna uit. Doe het sap in de pan, samen met de gewassen, uitgelekte cranberries, suiker en kaneel. Rasp de gember erboven. Laat op hoog vuur 4 à 5 minuten onder af en toe roeren inkoken tot een dikke jam met hier en daar nog een heel besje. Vis het nu zachte gelatineblaadje uit het water en meng van het vuur af goed roerend door de jam tot hij is opgelost. Laat iets afkoelen en indikken , giet dan voorzichtig over de taart. Zet minstens 2 uur in de koelkast. Verwijder de vorm en serveer op een schaal.
Tips:
- U weet het hè? Leeggeschraapt vanillestokje niet weggooien maar in een suikerpot steken.
- De kaasvulling krimpt iets tijdens het bakken en moet stevig, licht verend aanvoelen als u erop duwt. Klotst het? Dan iets langer in de oven. Een eventuele barst is niet erg, daar gaat compote over.