Ik hou van een bordje curry, raak nog steeds niet uitgekeken op ‘Slumdog Millionaire’, heb het oeuvre van Salman Rushdie stukgelezen, kan alle liedjes uit de Bollywoodfilm ‘Lagaan’ meezingen, zij het fonetisch, zou best bejaard willen wezen in The Best Exotic Marigold Hotel en toch ben ik nog nooit in India geweest. De allesoverheersende drukte en armoede houden me steeds tegen. Daarom leek Sri Lanka een goed idee. Een soort India voor beginners, dacht ik, en naar verluidt één groot curryfestijn. Op naar Sri Lanka dus, in deze culinaire wereldreis.
Nu we het er toch over hebben, het zijn natuurlijk de Engelsen die het fenomeen curry bedacht hebben; in India noch Sri Lanka bestaat er een gerecht met die naam. De meest gangbare uitleg is dat het woord afstamt van het Tamil-woord ‘kari’, een pittige zuid-Indiase saus die je eet bij rijst. Ook al bestaat er nog een complete bups andere Tamil-woorden voor allerhande sauzen, toch is om onduidelijke redenen alleen die ‘kari/curry’ blijven hangen. En dan is het nog maar een kleine stap naar ook al puur Britse uitvindingen als Chicken Tikka Masala of Chicken Korma.
Kerriepoeder, ook zoiets. Zowel in India als Sri Lanka maakt de (thuis)kok een zorgvuldige, strikt persoonlijke keuze uit specerijen als komijn, koriander, mosterdzaad, peper, fenegriek, kurkuma, kaneel en kruidnagel. Die worden eerst geroosterd en dan fijngestampt, en dat dus voor elk gerecht opnieuw. Wij efficiënte Westerlingen stopten de hele mikmak gewoon verpulverd en wel in potjes, want da’s handig voor curry. Wat een spraakverwarring al niet vermag.
Al kunnen de Srilankezen er zelf ook wat van. Mijn poging tot een gesprek met een lokale gids leverde hilarische conversaties op als:
‘Hoe oud is dit Boedhabeeld?’
‘Yes.’
Of, nieuwe poging: ‘Bent u hier geboren?’
‘Nee ik ben niet getrouwd.’
Het werd een onvergetelijke reis met als hoogtepunt de treinrit dwars door de theeplantages. De locomotief pufte en zuchtte zichzelf al slingerend omhoog, terwijl ik zittend op mijn rugzak in een deuropening genoot van al het groen met daartussen hier en daar een fleurig plukmevrouwtje.
En inderdaad, een maand lang at ik ’s ochtends, ‘s middags en ’s avonds allerlei soorten curry’s, met als grote favoriet de alomtegenwoordige dal (rodelinzencurry). Morgen mijn recept.
Dit is deel 4 van mijn culinaire wereldreis in Trouw. Aanstaande zaterdag in de krant weer een verse aflevering. Terug naar aflevering 1 (Frankrijk met coq au vin), aflevering 2 (USA met blueberry pancakes) en aflevering 3 (Peru met papas rellenas).