Om volstrekt onduidelijke redenen heb ik nog nooit zelf iets gedaan met vlierbloesem. En dat terwijl ik toch dol ben op alles met vlierbloesem erin, van limonade en siroop tot natuurlijk Hugo. Dus het werd hoog tijd om aan de slag te gaan. En omdat een mens heus niet altijd het wiel zelf hoeft uit te vinden, besloot ik om vlierbloesemchampagne te maken, naar het recept van Volkskrantcollega Tallina van den Hoed. Nee, geen echte champagne natuurlijk, maar wel iets bubbeligs, licht alcoholisch.
Eerst maar eens vlierbloesem plukken, en dat moet vanwege het stuifmeel (dat heb je nodig voor de vergisting) op een zonnige dag. Deze komt van het Amsterdamse Bos, op een plek waar alleen wandelaars, fietsers en roeiers voorbij komen. En alleen geplukt vanaf ooghoogte, vanwege eventuele piesende honden. Fluks in een plastic tas en naar huis, in een emmer met de overige ingrediënten. Nee, ik ga hier niet het recept herhalen, dat staat al bij Tallina. Al deed ik trouwens wittewijnazijn in plaats van natuurazijn, want dat had ik niet in huis.
Dag 2: paar keer per dag roeren. Nee, alleen voor de foto mag de emmer even naar buiten, verder staat hij rustig in het donker in de berging.
Dag 3: Gezellig geheel. En het ruikt nu al lekker. O ja, want dat viel me nog op: de bloemen zelf ruiken eigenlijk niet of nauwelijks.
Dag 4: Hee, er begint eindelijk wat te veranderen.
Dag 5: Hmm. De bloemetjes zijn nog verder naar de bodem gezakt. Het lijkt nu wel brak slootwater. Het is dat het nog steeds lekker ruikt, anders zou ik er een hard hoofd in hebben.
Dag 6: It’s alive! De bloemetjes zijn allemaal naar boven gekomen. Dat lijkt mij een teken dat de boel begint te gisten.
Dag 7: Voorzichtig maar eens een slokje nemen van onderuit. Daar blijkt zich beschaafd lichtgeel sap op te houden. Beetje flauw, dat wel.
Dag 8: Eigenlijk had ik vandaag (of was het nou gisteren?) moeten gaan bottelen, maar er heerst verwarring. Er zijn mensen die op social media commentariëren dat de bloemetjes maar een dag in de emmer moeten, maar er zijn er ook die uitgaan van twee weken. Ruggespraak met Tallina. Het mag best wat langer staan. En ik mag er desgewenst ook best wat extra suiker bij doen, dan krijg je meer smaak, meer gist en meer alcohol. Lijkt me prima. 150 gram basterdsuiker gaat erbij, want die lost makkelijker op in een koude vloeistof dan gewone suiker.
Dag 10: ’s Ochtends tref ik de emmer zo aan:
Na het gebruikelijke roeren is ‘ie zo:
Ik vind het mooi geweest. Bottelen met die hap!
Eerst maar eens zorgen dat er brandschone flessen klaar staan. Beugelflessen of stevige sapflessen, zegt Tallina. Die heb ik overal vandaan gesprokkeld.
Nu de boel zeven door een vergiet. Gelukkig heb ik twee van die emmers. Uiteraard is ook deze eerst goed schoongeboend…:
Dan zeven door een (niet naar wasmiddel stinkende!) schone theedoek:
En dan eerst maar in een schenkkan, want uit een emmer schenkt zo beroerd. En dan ook maar via een trechter.
Nu moeten ze alleen nog een week in de koeling, voordat ze open mogen. Ik ben benieuwd. Of langer, want volgens Tallina krijgen ze alleen maar meer bubbels (en meer alcohol). Alleen niet langer wachten dan 6 maanden. Als de boel niet eerder ontploft is tenminste…
Naschrift: niet ontploft, integendeel, de flessen bevatten juist niet of nauwelijks bubbels. Toch te weinig suiker erin gedaan? Want echt lekker was het ook al niet, beetje flauwe boel. Potverdorie nog aan toe. Enfin. Gelukkig kan ik andere dingen wél heel goed.
P.S. Wil je het ook proberen? Dan moet je snel zijn, anders is de vlierbloesem weg en moet je weer een jaar wachten.