Het lang verguisde goedkope vette volksvoedsel is de laatste jaren ineens weer hip. Tijd voor een frietkookboek dus. Alles over friet is uit het Frans vertaald en natuurlijk wordt daarin uitgebreid vermeld dat friet een Franse uitvinding is. Vooruit, er staat ook nog een verhaaltje in over de Belgische frietkotten (‘frietkoten’, zeggen de Vlamingen zelf) maar Nederland met z’n snackbar-op-elke-straathoek schittert door afwezigheid.
Avocado-olie
Het boek staat vol weetjes. Wist je dat Carème in 1832 voor het eerst de term ‘pommes-frites’ opschreef? En dat dankzij de brasserieën de volkse gefrituurde aardappelstaafjes ineens ‘status en waardering’ kregen? Verder heel veel uitleg over welke aardappelrassen er geschikt zijn, welke frituurolie je kunt gebruiken (gek genoeg wordt ook olijfolie aanbevolen, en zelfs avocado-olie schijnt te werken) plus uitgebreide tips over wassen en schillen en in reepjes snijden.
Extreem kruimig maar niet té
Niet dat de informatie overal even behulpzaam is trouwens. Wat is volgens de auteur de beste frietaardappel? “Een zeer kruimige aardappel met vruchtvlees dat voldoende zetmeel bevat om een aardappelstaafje te krijgen dat heerlijk zacht vanbinnen en krokant vanbuiten is. Gebruik voor friet dus geen vastkokende of kruimige aardappels.” Maar even verderop staat juist weer “de aardappel mag ook weer niet extreem kruimig zijn, want dan wordt de friet te droog.” Verwarrend. We moeten dus geen vastkokende aardappel hebben, ook geen kruimige aardappel hebben, maar een die tussen zeer kruimig en extreem kruimig in zit. Is u daar nog?
Fijn ouderwetsig
Wat opvalt is de mooi gestylde foodfotografie. Chapeau dat het de makers gelukt is om zo’n eenduidig onderwerp (friet, friet en friet) elke pagina er weer anders uit te laten zien, en allemaal even lekker. Alleen jammer dat de in het Frans handgeschreven elementen vervangen zijn door Nederlandstalige computerletters. Dat vind ik altijd zo spijtig, echt een stijlbreuk. Wel weer vermeldenswaardig zijn de mooie, fijn ouderwetsige pentekeningen die door het hele boek terug komen.
Friet anders
Maar nu de recepten. Het boek begint met een aantal basisrecepten, van Franse, Belgische, Engelse en Amerikaanse friet. Allemaal anders gestyled al ziet de friet zelf er grappig genoeg overal precies hetzelfde uit. Daarna komen de hoofdstukken ‘Friet anders I’ en ‘Friet anders II’ – het onderscheid heb ik eerlijk gezegd niet kunnen ontdekken. Er wordt friet gemaakt van polenta, doperwtenpuree, feta, aubergine of asperge. Uit de frituurpan danwel de oven. Met smaakmakers als komijn, knoflookpoeder, tomaatpoeder, honing, provençaalse kruiden en omhullende laagjes van paneermeel, parmezaan, maanzaad, sesam of bloem. Er is zelfs een hoofdstuk ‘Zoete friet’ met appel, peer en wentelteefjes (!) in frietvorm.
Wereldschokkend
Een leuk, mooi vormgegeven boek voor de doorgewinterde frietfan, prima cadeauboek voor een schappelijke prijs. Al zijn de recepten eerlijk gezegd niet echt wereldschokkend. Tja, je kunt werkelijk alles in reepjes snijden en dan bakken, dat kan iedereen zelf ook nog wel verzinnen. En of je het dan allemaal ‘friet’ mag noemen, daar zijn de meningen vast over verdeeld. Oh ja, ik vergeet bijna te zeggen dat er ook nog een hoofdstuk met sauzen is, waar dan bizar genoeg de mayonaise ontbreekt! Wel is er een ‘frietsaus’, een soort mayonaise maar dan met honing en mosterd met suiker. Drôlement étrange.
Morgen een recept van pastinaakfriet uit het boek.
Anne de la Forest, Alles over friet, uitgeverij Becht, ISBN 9789023014102, € 17,95