Ooit was ik als een prinsesje zo blij met mijn prachtige, nieuwe theepot. Totdat bleek dat het porseleinen handvat los zat. Na een hoop gedoe kreeg ik via de winkel een nieuwe. Een paar jaar hield hij stand, daarna brak ook van deze het handvat. Exit firma Gien, qua theepotten dan.
Maar wat nu?
Een rode met stippels, dat leek me wel wat, ware het niet dat meneer Koken met Karin daar zijn onbarmhartige veto over uitsprak. Iets met ‘over zijn lijk’, dus dan weet je het wel.
Maar dat rood, dat bleef trekken. Deze werd via twitter en Facebook van diverse kanten aangeraden. Le Creuset, altijd mooi spul. Fluks naar de winkel getogen, waar echter bleek dat het deksel er los op zat en ronduit rammelde. Niet zo’n beetje, maar heel erg. Er zijn twee belangrijke punten waar je bij een theepot op moet letten: lekt hij niet (helaas ontdek je dat meestal pas bij het gebruik) en kun je met één hand inschenken. Sorry theepottenmakers, maar dit is toch echt een basisprincipe. Een theepot met twee handen moeten vasthouden, dat is onhandig. Maar als je erop gaat letten in een servieswinkel, valt pas op hoe veel theepotten er een rammelend, loszittend deksel op nahouden. Zo blijkt maar weer dat je nooit een theepot moet kopen via een webwinkel.
Uiteindelijk viel de keuze op deze. Niet rood, nee, maar wel zacht roomwit en met een vastzittend deksel. Prachtexemplaar, en ook nog geheel van vaderlandse bodem, van de firma Bredemeijer. Gekocht in de theewinkel van Simon Lévelt. Ben er blij mee! Valt hier dan niets op aan te merken op mijn ‘Jasmin’? Jawel. Het vastzittende deksel klapt nog wel eens terug als je het kokende water erin giet. Maar werden eeuwenoude Chinese theepotjes ook niet juist mooier als er regelmatig water over gegoten werd? Nou dan.