Zijn we uit de ergste dip? Na jarenlange daling van de huizenprijzen en nagenoeg complete stilstand van de huizenmarkt schijnt het aantal woningverkopen weer lichtjes te stijgen. Niet dat ik verhuisplannen heb, ik zit heerlijk gebeiteld waar ik zit, maar toch is dat hoopgevend nieuws voor al die mensen die maar niet van hun stekje afkomen.
Waarom ik hierover begin in een kookrubriek? Omdat ik laatst in een droom ineens het ei van Columbus dacht te hebben gevonden: ik werd slapend rijk van het fabriceren van spuitbussen met appeltaartgeur. De spreekwoordelijke truc om je domicilie beter te verkopen, maar dan zonder te hoeven bakken. Eenmaal wakker kwam ik weer snel bij mijn positieven. Het bestaat vast al, in supermarkten spuiten ze immers ook kwistig met versbroodspray? Iedere huishoudwinkel verkoopt geurkaarsen ‘appeltaart met kaneel’. En als vanille, wilde vijgen, sugar & spice en mango-limoen verkrijgbaar zijn in die akelige chemische luchtverfrissers voor in het stopcontact, dan kan appeltaart toch niet ver weg zijn?
Nee, ik heb een beter idee. Eentje waar je geen hoofdpijn van krijgt: stoofpeertjes. Ah, dat perenparfum dat zich langzaam vermengt met specerijen en een zwik warme wijn en gestaag opkrult langs de plinten tot het hele pand doordrongen is van welriekend welbehagen. Zelf mag ik het graag ultralangzaam doen op een geërfd petroleumstel. Het nadeel van de bijkomende petroleumgeur – of nog erger, lampenolie – weegt ruimschoots op tegen de uiteindelijke smaakbommigheid van de zachte peertjes. Eigenlijk is er geen recept voor stoofperen: er kan in wat er toevallig in huis is. Dus varieer gerust op deze variant. Ook voor wie niet van plan is te verkassen.
Uit een pot: Aarts gestoofde peertjes op lichte siroop
Inhoud: Peren, water, suiker (16-20%), concentraat van wortel en saffloer, voedingszuur (citroenzuur).
Vergeet appeltaartspray, dé geur om je huis bij te verkopen zijn langzaam getrokken stoofpeertjes. Ah, dat perenparfum dat zich langzaam vermengt met specerijen en een zwik warme wijn en gestaag opkrult langs de plinten tot het hele pand doordrongen is van welriekend welbehagen. Zelf mag ik het graag ultralangzaam doen op een geërfd petroleumstel. Het nadeel van de bijkomende petroleumgeur – of nog erger, lampenolie – weegt ruimschoots op tegen de uiteindelijke smaakbommigheid van de zachte peertjes.
Maar wat moet er nou in? Met of zonder wijn? Wel of geen suiker? En hoe zit het met dat ouderwetse perenrood? Ik vond dat ik er maar eens aandacht aan moest besteden. Tevens hét recept tegen miezerig, druilerig, naargeestig flutweer. Eigenlijk is er geen recept voor stoofperen: er kan in wat er toevallig in huis is. Ik doe het meestal zo:
Nodig voor 4 personen:
1 kilo stoofpeertjes (bijv. Gieser Wildeman)
± ¼ à ½ fles rode wijn of 1 glas bessensap
50 à 100 g suiker
1 citroen
1 vanillestokje
1 kaneelstokje
5 kardemompeulen
3 kruidnagels
2 steranijs
10 zwarte peperkorrels
Schil de peren met een dunschiller, maar laat het steeltje eraan zitten. Neem een grote pan waar ze naast elkaar allemaal rechtop inpassen, liefst zodat ze een beetje klem staan. Giet wijn of bessensap erbij. Vul aan met water tot de peertjes onderstaan. Schil met de dunschiller repen van de citroen, alleen de gele schil. Snij het vanillestokje in de lengte doormidden en schraap de zaadjes eruit. Kneus de kardemompeulen. Doe dit alles, samen met de suiker en overige specerijen in de pan. Laat rustig aan de kook komen en dan 2 à 3 uur heel zachtjes sudderen, liefst op het allerkleinste pitje met een zwart warmhoudplaatje eronder, tot de peertjes zacht zijn. Giet wat gezeefd vocht over in een steelpan en laat op hoog vuur inkoken tot stroperig, serveer dat als saus bij de peertjes.
Tips:
- Wijn doseren naar behoefte: voor stoofperen als toetje is minder nodig dan als bijgerecht bij vlees. Wie helemaal geen alcohol wil, houdt het op bessensap. Dat is al zoet, dus in dat geval is minder suiker nodig. Ook de suiker is variabel: meer suiker als het toetjesperen zijn. Maar ook als ‘groente’ is er wat suiker nodig, anders kunnen ze zo waterig smaken.
- Vooral Gieser Wildeman-peren kleuren vanzelf rood, ook zonder wijn of bessensap.
- Potjes ‘perenrood’ bestaan ook, maar dat is niet meer dan suiker met rode kleurstof.
P.S. De smaak te pakken gekregen van het koken zonder pakjes? Dan zijn er mijn antipakjeskookboeken Koken met Karin Zónder pakjes & zakjes, het vervolg, dat luistert naar de titel Zónder pakjes & zakjes 2, of handig deel 1 + 2 samen in de voordelige dubbeldikke verzamelbundel Het grote zónder pakjes & zakjes boek .