Waarom dit recept uit het gisteren besproken boek Uitgekookt nu precies ‘Frisse voorjaarsstoof’ heet, weet ik ook niet. Ik heb er althans niets lente-achtigs in kunnen ontdekken, maar lekker is hij wel. Hoe het precies komt dat nu juist die ‘bonkige, doorregen runderlap en al zijn onaantrekkelijke soortgenoten met van die vieze dikke witte stukken bindweefsel en glibberig vet’ kunnen veranderen in het allerlekkerste draadjesvlees, dat lees je maar in het boek. Ik beperk me hier tot het recept. Een fijn weekendklusje, zo’n stoofschotel.
Nodig voor 4 personen:
800 g runderlappen/sukadelappen in blokjes van 3 cm
1 potje runderbouillon
2 uien, in ringen
3 knoflooktenen, fijngehakt
3 cm geraspte gemberwortel
1 kaneelstokje
2 stengels citroengras, in grote stukken gesneden
150 g gedroogde abrikozen
1 citroen
bosje koriander
5 eetl olijfolie
peper & zout
Verhit de olijfolie in een braadpan. Bestrooi het vlees met peper en zout. Braad de blokjes vlees rondom bruin – doe niet te veel vlees tegelijk in de pan want dan wordt het niet heet genoeg en bruint het niet goed. Auteur Annemieke Smit doet nu in één zwiep alle rest erbij, maar ik vind het lekkerder om het vlees even uit de pan te scheppen, eventueel een extra drupje olie toe te voegen en dan ui, knoflook en gember eerst even een paar minuten te fruiten. Doe het vlees weer in de pan, voeg bouillon, kaneelstokje, citroengras en (bijna alle) abrikozen toe. Rasp schil van de citroen erboven met een fijne rasp, pers hem dan uit en voeg ook het sap toe. Schep alles goed door elkaar en vul indien nodig aan met wat warm water tot het vlees nèt onderstaat. Laat op het allerlaagste pitje, liefst met ook nog eens zo’n zwart warmhoudplaatje eronder, ongeveer 2,5 à 3 uur stoven. Of zet de pan anders net zo lang in de oven, op 140 graden. Net zo lang tot het vlees helemaal zacht is en uit elkaar begint te vallen. Verwijder kaneelstokje en citroengras. Proef op peper en zout. Bestrooi met koriander en voor de gezelligheid (en de frisse oranje kleur) met de achtergehouden abrikozen.
Dit recept staat zoals gezegd in het boek Uitgekookt, lees hier mijn recensie.