Nouveau ruig is het helemaal, ook in het vernieuwde restaurant van het Amsterdamse Odeon. En daarmee bedoelen we niet de schrikbarend betatoeëerde chef Ricardo van Ede zelf, maar zijn stijl van koken, die ‘puur en ruig’ belooft te zijn.
Theedoeken
Het souterrain waar het restaurant Ricardo’s in Odeon huist is grondig verbouwd. De vrij lage ruimte, vooral bij binnenkomst, is optisch ruimer gemaakt door tussen de eeuwenoude plafondbalken spiegels te monteren. De tafels zijn lekker groot en van stoer hout. De servetten komen in de vorm van grote geblokte theedoeken, met voor elke gast alvast een robuust Opinel-mes. Tot zover het ruige gedeelte.
Varken
Op de vloer staat de omtrek van een varken getekend, het restaurantlogo is een vrolijk dartelend varkentje en het lekkere brood gaat vergezeld van een schaaltje reuzel. De rest van de avond echter geen varken meer gezien, of het moeten de chocoladebiggetjes zijn na afloop.
Geroezemoes
De akoestiek is helaas problematisch; het blijkt de hele avond erg moeilijk om elkaar te verstaan door het allesoverheersende geroezemoes en na afloop sta je met tintelende oren buiten. Misschien zou een akoestisch expert met wat gordijntjes en stukjes schuimrubber daar nog eens naar kunnen kijken?
Kurk
Het personeel is zeldzaam charmant en vriendelijk, maar moet er kennelijk nog een beetje inkomen. Het duurt allemaal nogal lang, er wordt op enig moment gevraagd ‘of we de snoekbaars nou al gehad hadden of niet’, terwijl de buurvrouw dat gerecht juist twee keer achter elkaar ontvangt. Als we voorzichtig melden dat de wijn kurk bevat, komt er na kennelijk overleg achter de schermen een nieuwe ober aan tafel – ‘U had een vraag over de wijn?’ – om ons vervolgens te vertellen dat het een biologische wijn is, ‘die smaakt altijd wat nadrukkelijker’, waarna we enigszins geïntimideerd nog maar eens een slokje proberen. Sorry ober, maar hij heeft heus écht kurk, neem ons niet kwalijk…
Puur
Maar! In een restaurant kom je om te eten. En dat is simpelweg voortreffelijk. Niks ruig, maar juist subtiel, met aandacht voor detail, zonder gefrut met streepjes, dotje, gelletjes, schuimpjes of moussejes. Puur dus, met steeds maar een klein aantal smaken op het bord die elkaar versterken. En dan ook nog in mooi uitgedachte porties die je steeds nét naar één hapje meer doen verlangen.
Kalfstong met granny smith en knolselderij.
Pistache-’sponsbrood’ met geitenkaas, champignons en parmezaan.
Snoekbaars met pompoen, kastanje-appelstroopschuim en truffel.
Eend met topinambour, artisjok en olijven.
Chocolademousse met kersenijs en dit keer een zoete versie van die pistache-spons.
En voor toe thee van een kleine theekaart met bijzondere soorten van Betjeman & Barton, en dus die chocobiggetjes.
Kortom: de logistiek en akoestiek moeten in dit nieuwe restaurant nog even uit de kinderziektes, maar het eten is beslist een aanrader.