De bal is rond. Basiskennis. Toch is er in het boek Gehaktballen, waar ik het gisteren over had, ook ruimte ingeruimd voor een niet-ronde bal. Namelijk voor onze eigen slavink! Jazeker, inclusief Hollandse credits voor de uitvinding. Wel jammer van het commentaar van de Engelse auteur Jez Felwick: ‘Gelukkig smaakt het een stuk lekkerder dan het klinkt’. Grmpf.
Alhoewel, is die tekst wel van de Engelsman? Later zie ik in het colofon namelijk in piepkleine lettertjes staan dat een aantal recepten, waaronder deze, van onze eigen Eke Mariën zijn, en de foto’s van de al net zo Nederlandse Saskia van Osnabruggen. Dus toch geen internationale roem? Enfin, wat maakt het uit. Puik recept!
Nodig voor 4 personen:
400 g half-om-half gehakt
8 plakjes ontbijtspek
200 ml vleesbouillon (van tablet)
3 beschuiten
1 ei
2 eetl grove mosterd
3 eetl boter
1 theel kerriepoeder
½ theel versgeraspte nootmuskaat
1 theel zout (3 g)
versgemalen peper
Knijp de beschuiten fijn tussen je handen en meng in een kom met gehakt, ei, zout, peper, kerrie en nootmuskaat. Vorm er vier rolletjes van. (Tip van mij: eerst goed kneden, anders vallen ze straks uit elkaar, dan tot een bal rollen, en die een beetje platter rollen tot een dikke kroket). Leg 2 plakjes spek naast elkaar met een kleine overlap en rol de gehaktrolletjes erin.
Verhit de boter in een koekenpan en bak de slavinken in 3 minuten rondom bruin. Giet de bouillon in de pan en laat de slavinken in 10 minuten gaar sudderen op laag vuur met een deksel op de pan.
Haal de slavinken uit de pan en roer de mosterd door de jus.
“Lekker met geroosterde krieltjes en vanzelfsprekend ‘sla’!”
Dit recept komt zoals gezegd uit het boek Gehaktballen, lees hier mijn artikel.