Nog nooit gehoord van horchata? Nee, tot voor kort ik ook niet. Het is een drankje dat vooral in Valencia gedronken wordt. Non-alcoholisch, want puur gemaakt van gemalen noten, water en suiker. Zelf vinden ze het bere-gezond, waar je natuurlijk gezien die suiker wel wat vraagtekens bij kunt zeggen, maar goed, lekker en verfrissend is het wel. Een echt zomerdrankje, dat veel ’s middag gedronken wordt op terrasjes van horchaterías. Inderdaad, horecagelegenheden waar ze gespecialiseerd zijn in dit drankje, hoewel ze ook andere consumpties serveren, inclusief een ijs-variant.
Chufas
Maar wat is het nu? Het doet nog het meest denken aan romige amandelmelk. Niet iedere niet-Valenciaan loopt er warm voor, ik vind het heerlijk. Het wordt gemaakt van ‘chufas’, een soort noten die onder de grond groeien en waarvoor ik zowel de vertaling ‘tijgernoten’ als ‘aardamandelen’ tegen kwam. Bij tijgernoten denken wij eerder aan borrelpinda’s met een knapperig spicy laagje eromheen, dus misschien is ‘aardamandelen’ dan toch beter. Ze worden vooral – of alleen, daar wil ik vanaf weten – gekweekt in Valencia en omgeving, waar de Moren ze ooit nog hebben aangeplant. Bovengronds zijn het een soort grasplukjes, netjes naast elkaar geplant in keurige rijen.
Zelf maken?
Mocht je in Valencia zijn, dan kun je de chufas overal kopen, bijvoorbeeld op de geweldige Mercado Central, waar een beetje foodie zich sowieso naartoe spoedt. Rauw zijn ze volstrekt oneetbaar, deze onooglijke, rimpelige knikkers. Je moet ze dan ook eerst weken. 24 uur, zegt de een, welnee, 15 uur is beter, zegt de ander. En goed wassen, want ze komen dus van onder de grond.
Daarna in de blender met ijswater (of water plus ijsblokjes) en suiker. De verhouding die ik doorkreeg is: 250 g chufas op 1 liter water met 125 g suiker. Dat is gematigd zoet, zeker in verhouding tot de commerciële varianten maar neem gerust minder als je dat prettig vindt. Helemaal weglaten zou ik niet doen. Een minuut of drie fijnmalen en dan door een met een schone theedoek beklede zeef zeven. Alleen een zeef is niet fijn genoeg, dan hou je te veel nootflubbeltjes over. De theedoek even goed uitknijpen. Nu heb je ruim een liter koffieverkeerdkleurig spul, dat je ijskoud dient te serveren. Het is een paar dagen houdbaar in de koelkast, hoewel het dan wel een beetje kan gaan schiften. Binnen een dag opdrinken is mijn devies. Of giet het in ijslollyvormpjes en maak horchata-ijsjes.
Traditioneel wordt horchata geserveerd in een langwerpig glas met een farton erbij. Ja, dat is dat ding dat bovenop het glas ligt. Wat het precies is? Dat vertel ik je morgen.
Dit is deel vier in de serie Lekkers uit Valencia. Terug naar aflevering 1 (Mercado Central), 2 (Bodega Montaña) en 3 (paella).